Veelgestelde vragen (FAQ’s)
Waaruit bestaat de crew van
de Malmok?
Hoe kom je erop om te gaan varen met
je gezin?
Hoe ontwikkelen de kinderen
zich; gedragen ze zich zoals verwacht?
Ben je wel eens heel erg bang of
bezorgd?
Is het wat je ervan verwacht had?
We hebben zelf ook plannen om te
gaan. Hebben jullie nog tips?
De vaste bemanning bestaat uit:
- Guido Heezen (32
jaar)
- Hélène van Engelen (34
jaar)
- Storm Heezen (3 jaar – juni 1998)
- Dide Heezen (2
jaar – januari 2000)
Het idee om te gaan zeilen is een paar jaar geleden bij de
Sunset Bar op St. Maarten ontstaan. Guido was toen samen met een paar vrienden,
waaronder Sidney (zeilt nu met zijn gezin op de Adagio) een regatta aan het
varen. Oorspronkelijk wilden we met een paar vrienden enkel de oversteek doen
van de Canarische Eilanden naar het Caribisch gebied, maar al snel meldden ook
onze vriendin/vrouw zich als opstapper.
Daarop voortbordurend, leek het ons natuurlijk heerlijk om
als jong gezin te gaan varen. De kinderen zijn nog niet leerplichtig. En als je
nu niet gaat, dan ga je de komende 15 tot 20 jaar (middelbare schooltijd van de
kinderen) waarschijnlijk ook niet. Dus hebben we beiden in verkort tempo beiden
een boot gezocht met als doel in de zomer van 2001 te vertrekken. Een afspraak
waar we elkaar aan gehouden hebben.
We krijgen per e-mail vaak de vraag hoe het nu werkelijk is.
De verslagen zijn immers een behoorlijk feitelijke en soms ook vlakke weergave
van wat er om ons heen gebeurt.
In werkelijkheid zijn we gewoon een huishouden aan boord,
met ook alle dagelijkse beslommeringen. Hier vallen een heleboel complicerende
factoren af, zoals ervaringen op het werk, afspraken met anderen, het creëren
van tijd voor elkaar en de kinderen. Ook geeft het leven zo aan boord veel
minder stress, aangezien er niemand om 08.00 uur de deur uit moet om de
kinderen naar het kinderdagverblijf te brengen enzovoorts. We kunnen tot op
grote hoogte bij het moment leven. Als iets vandaag niet lukt of gebeurt, dan
regelen we het morgen wel. Kortom: het is inderdaad behoorlijk ongecompliceerd.
Wat er wel bijkomt, is de zorg om het schip. Het schip met
alles erop en eraan is niet alleen leuk vanuit recreatief oogpunt, maar nu ook
je woning. Verder is het een 24-uursbedrijf wat betreft
elektriciteitsvoorziening, watervoorziening enzovoorts (zaken die in een huis
vanzelfsprekend zijn). Dit wil je dus in topconditie houden.
Kortom, waar we ons dagelijks mee bezig houden is:
- Het hebben van een relaxte en leuke tijd
- Het in goede conditie houden van het schip
- Het hebben van plezier met de kinderen en het opvoeden van
de kinderen
Er is een duidelijk verschil tussen zeildagjes en
niet-zeildagjes. Zo ongeveer 20% van de dagen zijn dagen waarin je zeilt. Voor
de rest ben je in steden, op eilanden of lig je voor anker.
Tijdens het zeilen ben je eigenlijk wel de hele dag in de
weer. Met name met het schip. Zeiltrim, kleine reparaties en onderhoud
enzovoorts. De rest van de tijd ben je dan met “het huishouden” bezig. Te
weinig tijd hou je over voor het lezen van een boek of het hebben van tijd voor
je zelf.
Tijdens het in de haven en voor anker liggen, doe je
eigenlijk heel weinig op een dag, zeker als je in de buurt bent van vrienden en
bekenden. Dan zwem je een beetje, lees je een boekje, ga je wat boodschappen
doen en kom je er achter dat je toch vaak wel vrij vroeg start met borrelen.
Ook trek je je wel eens een dagje terug en ga je lekker boeken lezen of een
webpagina of mail schrijven, terwijl de kinderen wat aanklooien met een badje,
met het strand of met andere kinderen.
In de eerste plaats, het klinkt cliché: familie en goede vrienden.
Als afgeleide hiervan missen we de feestjes, de etentjes en de borrels. Ze
lijken veel leuker nu we ver weg zijn. Verder missen we een heel klein beetje
de seizoenen, maar een dagje sneeuw of ijs is ook wel weer voldoende hoor!
Daarnaast missen we natuurlijk wat domme, primaire dingen zoals een broodje
kroket, oude kaas en bruin brood, wat buiten Nederland vrijwel nergens te
krijgen is. Overigens valt dit ook wel mee, want toch wel veel “afgeleide
producten” zijn onderweg te krijgen. Ook kunnen opstappers vaak wat meenemen.
Het schip bevalt ons meer dan goed. Allereerst is de
uitrusting van het schip is zeer compleet. Het is wat dat betreft echt een
woning op zee en in de haven. We zijn volledig autarkisch en kunnen met alleen
diesel (waarvan we 1.200 liter aan boord hebben) behoorlijk lang overleven. We
kunnen met de generator (dieselgenerator, wind- of sleepgenerator) zelf stroom maken.
We hebben 220V, 24V en 12V aan boord. We kunnen met de watermaker uit zeewater
zoet water maken. Verder ontberen we in vergelijking met een gemiddelde woning
vrij weinig. Aan boord zijn 3 hutten en 1 grote ownerscabine, een deksalon, een
eethoek bij de keuken, 2 douches (met warm water), 2 toiletten, keuken met
magnetron/heteluchtoven, gasoven, koelkast, vrieskist, wasmachine, 2
stereoinstallaties, televisie, videorecorder, 2 computers (laptop en PC),
sateliettelefoon etc etc. Technisch is hij ook goed doordacht en een heleboel
zaken zijn meervoudig uitgerust (we hebben 3 dezelfde koelkasten, 3 dezelfde
dieselpompen, 4 dezelfde douchepompen, 2 stuurautomaten et cetera), waardoor je
altijd zaken kunt uitwisselen als dat nodig mocht blijken.
De deksalon bevalt ons zeer goed. Dit stelt ons in staat om
ook binnen de boot goed te bezeilen, terwijl we volledig uitzicht over zee
hebben (wat je een gerust gevoel geeft omdat je alles overziet en je bovendien
ongevoeliger maakt voor zeeziekte). Met name als het regent is het ideaal, maar
verder ook om een hazeslaapje te doen tijdens het zeilen in de nacht of rustig
een boek te lezen als het wat harder waait of regent.
Over de lengte van de boot hadden we nooit zo nagedacht.
Deze (15,80 cm) vinden we, nu we wat langer op reis zijn, ideaal. Een kortere
boot zal niet alle ruimte en uitrusting kunnen bevatten die we nu aan boord
hebben. Aan de andere kant is het schip net kort genoeg om nog in een ligplaats
te passen van de haven, zonder dat je van te voren alle havens af moet bellen
of er nog plaats is. De meeste havens hebben namelijk voldoende plek voor boten
tot zo’n 15 meter en met een maatje net iets groter dan dat, wordt er ook nog
wel altijd een plekje gevonden.
Dit is grotendeels afhankelijk van het 1) de drukte
onderweg, 2) het weer en 3) de lengte van de tocht. In deze volgorde. Als het
druk is onderweg met ander scheepvaartverkeer, slaap je doorgaans weinig. Een
goed voorbeeld hiervan is het Engels Kanaal of de Golf van Gibraltar. Als het
rustig is qua scheepvaartverkeer en je weet zeker (radar en visueel) dat er in
een straal van zo’n 10 tot 20 mijl niks om je heen zit, dan kun je slapen, ook
al is het slecht weer. Het schip ploegt zich er wel doorheen. Hoewel, tijdens
slecht weer slaap je aanzienlijk lichter en ben je aanzienlijk meer op je
qui-vive dan wanneer het mooi weer is. Je luistert (altijd overigens) zeer
sterk naar alle geluiden en als je iets gek hoort, ga je direct op onderzoek
uit.
In alle omstandigheden kun je rusten tijdens de wacht ’s
nachts. Bij kortere tochten en drukker scheepvaartverkeer bestaat deze
rustperiode doorgaans uit de snooze-interval van een wekker (8 minuten). Bij
langere tochten met vaak ook minder scheepvaartverkeer kan deze rustperiode
bestaan uit zo’n 20 tot 30 minuten. Een periode waarin je dan ook echt slaapt.
Het instellen van een radaralarm (het alarm gaat af wanneer
er een object dichter dan XX mijl bij je in de buurt komt) is ook mogelijk,
hoewel het heel moeilijk is om het goed in te stellen. Vaak wil je namelijk ook
buien/squalls opmerken op je radar, waardoor je regen niet helemaal onderdrukt.
Dat is een vrij gevoelige instelling, waardoor je iedere keer vals alarm
creëert als je de radar hiernaast op radaralarm zet. Kortom: het is een mooi
principe, maar bij ons werkt het in de praktijk maar matig.
Natuurlijk. Het leven is niet één groot feest. Als er bijvoorbeeld iets kapot gaat, dan is dat vervelend. Duidelijke zaken, zoals het knappen van een lijntje, het breken van een zeillat of het stukgaan van iets omdat je er zelf stom mee om bent gegaan, zijn zeer goed te accepteren. Lastiger wordt het, wanneer zaken “ineens” kapot gaan. Een goed voorbeeld hiervan is de sateliettelefoon tijdens onze Atlantische oversteek. Deze stopt er ineens mee, zonder aanwijsbare oorzaak. Dat is dan echt een reden om een paar uur of zelfs een dag volledig uit je humeur te raken.
Ook hebben we wel eens morele tegenvallers. Als je met depressief weer Barbados aanvaart en je ziet vervolgens geen enkele bekende op de plek liggen die je had verwacht, dan kan dat wel eens tegenvallen. Je had je de aankomst immers mooier en aanzienlijk euforistischer voorgesteld.
Eigenlijk zijn deze tegenvallers allemaal zeer relatief en gelukkig zien we dat ook wel in, vrij snel nadat we de tegenvaller hebben gehad. We zijn jong, zeilen een mooie tocht op een fijn schip en zijn allemaal gezond. Het klinkt zeer cliché, maar we nemen dat maar wel even voor vanzelfsprekend aan.
Het hebben van beide ouders continu in de buurt is heel
lekker voor de kinderen, merken we. Voor Storm is deze reis het beste wat hem
kan overkomen. Dit is heel duidelijk. Hij geniet met volle teugen en beseft ook
heel goed, dat dit voor hem één hele grote vakantie, één heel groot feest is.
Bij Dide is het minder duidelijk. Ze weet niet beter dan dit leventje aan
boord, maar ontwikkelt zich bijzonder goed en geniet zichtbaar van alles.
Op zee gedragen de kinderen zich toch wel anders dan aan de
wal. Ze krijgen een heel ander ritme, met name bij meerdaagse tochten, waar ze
toch ook vaak ’s nachts één of meerdere keren wakker worden en ze je gezelschap
houden bij de wacht. Ze zijn zich dan best bewust van wat wel en niet mag en
wanneer ze even moeten stoppen met aandacht vragen, omdat er bijvoorbeeld
gereefd moet worden of overstag wordt gegaan.
Dit komt weinig voor. Vreemd genoeg vinden dit soort momenten alleen aan de wal plaats, als één van ons te lang wegblijft van het doen van een boodschap of zo. Of als we rare verhalen horen over criminaliteit op een eiland. Op zee ontstaat er wel eens lichte paniek als het weer ineens omslaat, als het ineens hard gaat waaien of ook andersom, als de harde wind ineens helemaal wegvalt. Maar we hebben dan absoluut geen zorgen of het schip het wel houdt. Wel vinden we het varen met de dinghy in het donker vervelend, zeker als er meer dan een vlakke zee is, of als de boot ver weg ligt. Je bent in zo’n dinghy toch wel redelijk kwetsbaar.
Je weet eigenlijk niet echt wat je ervan moet verwachten. Enerzijds is het natuurlijk helemaal wat je ervan verwacht, qua tijd die je hebt, relaxedheid en lekker je gang gaan. Aan de andere kant is het niet zo avontuurlijk zoals je je misschien voorstelt. Je bent natuurlijk ook in een omgeving waarin zo’n beetje iedereen die je tegenkomt ongeveer hetzelfde doet. Het zeilende wereldje is wat dat betreft natuurlijk best wel beperkt. We kunnen ons nu niet voorstellen dat je dit tien jaar achter elkaar gaat doen. Volgens ons zou je dan behoorlijk het zicht op de realiteit verliezen.
We ontvangen veel mailtjes van mensen die zelf ook op reis
gaan. Vaak met hele praktische vragen over uitrusting enzo. De antwoorden hebben
we gebundeld en kun je zien door hierop te drukken. We
hebben lang getwijfeld of we dit zouden “publiceren” omdat een deel van de lol
natuurlijk ook is om overal zelf achter te komen. Verder willen we absoluut niet
betweterig overkomen, aangezien we zelf niet uitblinken in voorbereiding (op 1
juli kregen we ons schip, op 19 juli zijn we de haven van IJmuiden uitgevaren).
Maar in deze opsomming krijg je een beeld van de antwoorden die we geven op
veelgestelde vragen.