Dit verslag is vanwege de vele
zeildagen grotendeels gebaseerd op het dagboek dat Hélène tijdens de tochten heeft
bijgehouden. Vanwege de lengte van de tekst, hebben we het onderverdeeld in de tocht van Virgin Islands naar Bermuda, ons verblijf op Bermuda, van
Bermuda naar de Azoren en het eerste deel van ons
verblijf op de Azoren. Soms staat er (à filmpje). We raden aan dit alleen aan te klikken bij een snelle
internetverbinding. |
De laatste
dag op de Virgin Islands liggen we bij West End - Tortola aan een mooringboei.
In het restaurant bij de baai hebben we gisterenavond nog
even goed gesmuld.
Omdat Guido dacht dat ze Caribische hoeveelheden zouden
serveren, heeft hij flink wat porties BBQ chicken wings besteld. Vervolgens
blijkt dat ze hier ingesteld zijn op de Amerikaanse maten, wat resulteerde in
een belachelijke hoeveelheid kippetjes op tafel!
Wel erg lekker.
De Adagio is vanmorgen al vroeg vertrokken vanaf het
eilandje Jost van Dyke. Omdat we niet naar de Azoren kunnen afbuigen bij slecht
weer (we krijgen opstappers in Bermuda), zijn we van plan een dag later te
vertrekken. Dan kunnen we mooi nog even de site updaten, wat versspullen kopen
en last but not least nog even de mast in voor wat checks. Het lukt Guido nog
nét om de site te updaten, maar nadat het laatste plaatje geladen is, slaat de
enige beschikbare internetcomputer op tilt. OK, dan verzenden we de laatste
mail wel vanaf de boot.
Op 23 mei om 16.00 hebben we weinig meer te zoeken op
Tortola en dus besluiten we om alsnog voor het donker weg te varen. De
weerberichten zijn vandaag al een stuk genuanceerder, dus waarom langer
wachten? We zetten er flink de vaart in, hijsen de dinghy aan boord en zijn om
18.30 helemaal klaar om te gaan. Op naar Bermuda, 800 mijl naar het noorden. We
schatten er een dag of vijf over te doen.
We worden vreemd nagekeken door de charterboten die ook aan
een mooring liggen. Waarschijnlijk heeft het te maken met het tijdstip van
uitvaren. Zij mogen immers niet in het donker varen van hun
verhuurmaatschappij. We vinden het wel prima om te beginnen met een nacht
varen. Da’s lekker rustig.
Dag Virgins!! We zijn benieuwd of we hier ooit nog een keer
langskomen met een boot. Het bezoek aan deze eilandengroep is absoluut de
moeite waard. Het wegvaren betekent voor ons ook het einde van de Carieb. Erg
leuk om het allemaal gezien te hebben, het relaxte don’t worry be happy
leventje.
We merken dat we ons voor het eerst sinds tijden weer in de
weersomstandigheden moeten verdiepen. In het hele Caribische gebied staat een
constant windje. Altijd uit het oosten (soms wat noordoost, soms wat zuidoost)
en vrijwel altijd kracht 3 tot 6. Dat is nu voorbij. Vanaf nu hebben we weer te
maken met hoge en lage drukgebieden, fronten en het weer wat daar vervolgens
uit voortvloeit. Dus wordt de navtex geraadpleegd, volgen we de “weergoeroes”
David Jones en Herb op de SSB en halen we regelmatig een weerkaartje op. Dat
maakt het vertrekken gelijk weer een stuk spannender.
Zodra we
het laatste eiland Jost van Dyke passeren, hebben we een prima wind. Ruim van
achteren en 20 knopen. Dat vaart lekker!
De hele nacht blijft het een beetje hetzelfde. We wisselen elkaar af en
slapen behoorlijk goed.
Storm gaat samen met Guido wacht houden en samen kijken ze
buiten naar de sterren. Ze fantaseren er dieren en figuren bij. De nacht is
prachtig. Helder met enorm veel sterren en een bijna volle maan. Na een half
uurtje sterren kijken, is ook Storm vertrokken naar dromenland. We laten hem
buiten slapen.
De volgende ochtend is de vaart er een beetje uit, want het
waait nog maar 10 tot 15 knopen. Het is een helderblauwe, zonnige dag. De zee
wordt steeds rustiger en al snel is er geen zeegang meer. Heerlijk! Boekje
lezen, koken en lekker een beetje rommelen. Ons voornemen om iedere nacht twee
riffen te zetten laten we de eerste nacht al “varen”. Het is zo extreem rustig
weer, dat we de zeilen laten staan voor wat ze zijn. We varen nog steeds een
voordewindse koers en de kinderen slapen de hele nacht rustig door.
|
|
De wind neemt geleidelijk verder af. We varen gedurende de
dag met een gemiddelde snelheid van 5 knopen. Erg langzaam. We bomen de genua
uit met de spinakerboom. De kinderen vermaken zich prima. Alle dozen met
speelgoed worden uit de kast gehaald en vervolgens op een grote hoop gegooid.
Het maakt allemaal niet zoveel uit, want we liggen behoorlijk stabiel. We
knutselen wat, vouwen bootjes en hoedjes, kijken naar dolfijnen en halen nog
wat nieuw leesvoer uit de kinderkoffer.
|
|
Dan verdwijnt de zon. De lucht wordt grauw en we zien
regenbuien in de verte. Dit vinden we in eerste instantie wel lekker. “Voor de
afwisseling” denken we, niet wetende dat we de Caribische zon nu voorgoed achter
ons laten. De zee krijgt een prachtige dieppaarse kleur. Aan het eind van de
middag bakken we tournedootjes die we op het laatste moment nog hebben
ingekocht op Tortola. Pepersausje erbij en wat gebakken aardappeltjes. Smaakt
prima zo midden op zee.
Na het
eten strijken we de zeilen. Het is nu echt afgelopen met de wind. Dan maar op
de motor verder. We zijn op eenderde, nog 500 mijl te gaan. Tijdens onze
wachten verslinden we het een na het andere boek. Tot nu toe zijn we nog geen
boot tegengekomen. Toch staren we zonder uitzondering ieder kwartier rondom in
de duisternis. Om dan weer eens vast te stellen hoe verlaten de oceaan is.
Het wordt steeds kouder. Dat omhoog varen merk je wel hoor!
Uit de verhalen en reisverslagen die we gelezen hebben, begrijpen we dat
klimaatveranderingen aan boord nauwelijks merkbaar zijn. Onze ervaring is écht
anders. Iedere dag wordt het fors kouder. Van het Caribische klimaat is al snel
weinig meer over. We zitten steeds meer binnen, zeker ’s avonds. Verder merken
we het aan “gekke” dingen. Zo lukt het ons niet meer om een blikje fris in één
teug leeg
te drinken, wat in de Carieb toch echt geen enkele moeite kostte.
De volgende ochtend staat er nog steeds geen wind. Het
motoren begint ons nu een beetje de keel uit te hangen. We verlangen terug naar
het rustige kabbelende geluid van een zeilende boot. De Adagio ligt een halve
dag varen voor ons. Als ze bellen, vertellen ze tot onze vreugde dat ze weer 20
knopen wind hebben. Snel hier achteraan vertellen ze dat ze er zelf weinig aan
zullen hebben; hun genua is namelijk net helemaal aan flarden gescheurd.
Gelukkig varen ze naar Bermuda en daar valt wel weer het één en ander te
regelen.
Het koufront heeft ons duidelijk gepasseerd. We hebben het
voor het eerst sinds tijden echt koud en klagen erover terwijl we nog in
t-shirt en korte broek zitten. Ook regent het een paar druppels. We krijgen zin
in een echt Hollands koud-weer-maaltje en trekken een blik erwtensoep open. We
verheugen ons ondertussen op wat meer wind. Het kan niet lang meer duren.
Langzaam zien we de spiegelgladde zee weer rimpelen en neemt de wind
geleidelijk toe. Het duurt nog tot aan het eind van de middag voordat we de
zeilen kunnen hijsen. Het waait slechts 12 knopen, maar inmiddels vinden we
alles beter dan het monotone geluid van de motor. Tijdens het hijsen van het
grootzeil komt een groepje dolfijnen een kijkje nemen. In het heldere water zie
je ze goed zwemmen voor de boot (à
filmpje, 5 sec).
Hélène krijgt een telefoontje van haar vriendin Anouk: ze
heeft een dochter! Gek om dat zo midden op de oceaan te horen. Ze baalt dat ze
nu niet even langs kan om Anouk en Julie te zien.
We gaan de
nacht weer in. De voorspellingen op de Navtex zien er goed uit. Het weer blijft
de komende vier dagen stabiel. Een rustig idee dat we tot Bermuda geen gekke
dingen hoeven te verwachten. Het kan er namelijk best spoken, hebben we in de
voorgaande weken begrepen.
Wederom hebben we een rustig nachtje. De wind valt af en toe
even weg. Net als we iedere keer na een half uurtje denken om toch maar de
motor aan te zetten, neemt de wind weer een beetje toe. Het schiet dus niet
echt op. Maar aan het begin van de ochtend is de wind behoorlijk stabiel,
tussen de 15 en de 20 knopen en nog steeds ruim van achteren. Guido ziet voor
het eerst in vier dagen een boot. Verder zijn we absoluut helemaal de enige
daar op die oceaan.
Wat doen we nu zo’n hele dag? Weinig. Een dag glijdt gewoon
aan je voorbij. ’s-Ochtends eten we wat met de kinderen, dan gaan we wat lezen
of spelen. Een klusje of het voorbereiden van het warme eten (meestal eten we
’s middags warm). Dan nog wat rommelen en lezen en als de kinderen naar bed
gaan, starten de wachten. Tijdens een wacht doen we ook weinig meer dan wat
lezen of luisteren naar een CD-tje.
De zonsopgang is prachtig, vooral omdat de volle maan aan de
andere, donkere kant nog lang blijft staan. Een mooi contrast (à
filmpje, 20 sec).
De kinderen zijn er vanochtend weer vroeg bij. Om 6.00
zitten ze met z’n tweeën aan de cornflakes terwijl Hélène nog amper haar ogen
open kan houden. De rest van de ochtend vermaken ze zich prima. Aan het begin
van de middag kijken we een video. De verdere dag staat in het teken van de
vuilwatertank. De elektrische pomp werkt niet goed. Guido duikt met enorm veel
“zin” op dit stinkende probleem. Inderdaad blijkt de pomp lek. Een kunststof
onderdeeltje moet vervangen worden, wat pas weer aan land kan gebeuren. Dan
maar een paar keer spoelen, met de handpomp legen en de tank conserveren met
verdund reinigingsmiddel. De pomp wordt afgesloten en vanaf nu moeten we de
andere WC gebruiken.
We eten met z’n allen pizza en een saroma toetje. Het weer
blijft onveranderd rustig. De wind krimpt iets richting halve wind, maar nog
steeds hebben we een bijzonder comfortabele koers.
’s Morgens ziet Guido dat we beet hebben gehad met onze
hengel. Helaas is de vis “gevlogen”. Op het aas zien we enorme krassen.
Mogelijk is een vis met behoorlijke tanden ons voor is geweest. Zoals het er nu
naar uitziet gaan we Bermuda niet redden voor het donker. We varen nu weliswaar
goed door, maar zouden in dit tempo de 28e om 21.00 uur binnenkomen.
Te laat dus. We reven de genua fors en gaan langzamer varen zodat onze ETA
(estimated time of arrival) wijzigt in de volgende ochtend 6.00 uur. De wind
blijft ruim invallen en is ook qua snelheid onveranderd. Wat een heerlijk
tochtje! Met de kinderen bakken we pannenkoeken. We beloven dat wanneer ze de
volgende ochtend wakker worden, ze het eiland Bermuda zullen zien liggen. ’s
Nachts is het vochtig en fris, toch wel een groot verschil met de Virgin
Islands. Zullen we niet stiekem terugkeren?
Om 4.00
zien we in de eerste schemering Bermuda liggen. Een langgerekt laag eiland met
enorm veel vuurtorens en bakens. Op de kaart zie je in één oogopslag dat het
voor zeevarenden een afschrikwekkend eiland is. Vrijwel het hele eiland wordt
omgeven door zandbanken en koraalriffen. Slechts een klein gedeelte vlak voor
St George is eenvoudig toegankelijk, de rest is “prohibited area”.
Boten die binnen willen varen moeten zich ruim van te voren
melden bij “Bermuda Harbour radio”. Hier wordt vervolgens van alles gevraagd
over de boot en de bemanning, over de communicatiemiddelen aan boord inclusief
alle bijbehorende nummers, merk en capaciteit reddingsvlot en natuurlijk waar
we vandaan komen en naartoe gaan. Ook wordt gecheckt of we al eens eerder zijn
binnengevaren, of we goede papieren of elektronische zeekaarten hebben en
worden alle boeien doorgenomen. We moeten ons weer melden als we vlakbij de
ingang zijn. En dit alles op een superaardige, beleefde, typisch Engelse
manier.
We mogen
naar binnen varen nadat de Pacific Princess (beter bekend als “de Loveboat”)
naar buiten is gekomen. Dan varen we door naar customs om in te klaren.
Hier staat een “prachtige” vent op de kade die ons helpt met
de lijnen. Hij lijkt wel op de dorpsmalloot met z’n helm op z’n hoofd en z’n
rode windjack aan. Allervriendelijkst helpt hij ons met aanleggen. Ook krijgen
we de custom-formulieren van hem aangereikt. Verder gaat hij voor ons kijken of
er plek voor ons is in de haven (op z’n witte brommertje..).
Na een
uurtje varen we richting de haven. Sidney had dit al voor ons besproken. Het is
niet meer dan een stenen muur waar je met de achterkant tegenaan ligt, terwijl
je aan de voorkant het anker uit hebt liggen. De kinderen staan al te springen
en te schreeuwen van plezier bij het zien van de bekende gezichten van Julius
en Sophie op de kade.
’s Middags komen ook Gerrie en René van de “Sparkling Too”.
Met z’n allen borrelen we gezellig op de Malmok. Na een weekje smaakt een
cariebje weer prima!
De eerste dag in Bermuda is het behoorlijk regenachtig. Het
lage drukgebied hangt letterlijk boven ons hoofd. We merken duidelijk dat we in
Engeland zijn en het weer lijkt daar vrolijk aan mee te doen. We zoeken de
lange broeken en jassen op. Deze liggen in een vergeten kastje. De kinderen
kijken verbaasd naar deze nieuwe attributen. Een t-shirt met lange mouwen en
een jas is niet iets dat ze zich kunnen herinneren. Trots laten ze hun oude, te
kleine regenjas met capuchon zien aan de Adagio. Julius en Sophie laten
vervolgens hun zojuist aangeschafte regenlaarzen en regenbroeken zien. De
hoogste tijd dus voor het trotseren van een buitje en de nodige regenplassen.
|
|
We lopen naar het dorpje St George. Onderweg zien we regelmatig
de typische “Bermuda outfit”. De alom bekende bermuda met daaronder hoog
opgetrokken kniekousen. Bij het eerste exemplaar dat we zien, lopen we nog wat
te gniffelen. Maar nadat we vaststellen dat vrijwel iedereen er zo bijloopt,
zijn we al snel gewend aan deze hippe traditionele look. Je hebt ze in
verschillende soorten, maar zonder uitzondering zeer “gekleed”. Zeer kleurrijk
knalgele broek met dito kousen, business look met kaki bermuda, een colbert met
gouden knopen en een donkere tint kousen, de schooluniform variant met spencer
en witte kousen. We snappen niet waarom postbodes in Nederland deze keurige
dresscode niet mogen overnemen ….
|
|
We verkennen het dorpje en doen wat boodschappen. Daarna wandelen
we weer terug richting de haven. ’s Avonds kijken we met Sidney en Xandra naar
“de bruiloft van 2-2-2002”. Oké, het is een paar maanden na dato en de video
lag al enkele maanden in de Adagio te wachten om bekeken te worden, maar het is
wel erg leuk om te bekijken terwijl het buiten miezert.
Dan volgt
er een dagje sightseeing. Het is nog steeds zwaar bewolkt, maar er is
aanzienlijk minder regen voorspeld. Dus gaan we met de bus richting Hamilton.
De kinderen rennen meteen richting de achterbank. Later in het museum komt een
mevrouw naar Hélène toe die vraagt of wij per bus zijn gekomen. Zij had
namelijk achter een bus gereden en vier blonde kinderkopies gezien. Dat kan
niet missen. We stappen uit bij het “Bermuda aquarium”. Hier zien we de meest prachtige
en exotische vissen.
Sidney vertelt zijn reïncarnatie theorie: hoe ieder mens als
vis terugkomt en probeert dat op geheel eigen wijze voor ons te visualiseren.
Het hele museum is sterk op kinderen gericht met zelfs een
“grabbel aquarium” waar de kinderen zeesterren, zeekomkommers en zee-egels uit
het water mogen vissen. Uiteindelijk staan de vaders zich helemaal uit te leven
met al deze “pets”, met de kinderen er schreeuwend omheen. Daarna gaan we met
de bus naar de hoofdstad Hamilton. Een Engels stadje met leuke straten en
eindeloos veel giftshops. Bermuda is een van de meest welvarende landen ter
wereld en dat zie je duidelijk terug in de winkels, de prijzen en de
ongedwongen servicegerichtheid van het winkelpersoneel. Na wat eten en een rondwandeling
door de stad, gaan we met de bus terug naar de haven.
|
|
|
De volgende dag, 1 juni, komen Jan en Lieneke. We gaan naar
het vliegveld om ze op te halen. Een groter vliegveld dan verwacht. Grappig hoe
we ons al weer bijna “local “ voelen op een eiland waar we pas twee dagen zijn.
Het wachten duurt eindeloos. Ondanks dat het vliegtuig een kwartier eerder is
geland, duurt het vervolgens nog bijna twee uur voordat Jan en Lieneke door de
douane komen. Een uurtje in de rij en vervolgens nog wat uitleg over hun
uitzonderlijke “enkele reis”. Ja, leg maar eens uit dat je voor je lol naar
Bermuda vliegt, om vervolgens met een zeilboot naar de Azoren te varen. Verder
hadden ze natuurlijk ook behoorlijk veel bagage bij zich. Opa en oma hadden
zich bepaald niet ingehouden om een “paar” spulletjes mee te geven. Daarnaast
was er nog een vervangende genua voor de Adagio die voor de nodige extra kilo’s
zorgde. Voldoende bagage dus om aan de maximale 120 kg te komen en je compleet
een breuk te sjouwen. Na al deze inspanning smaakt de champagne aan boord van
de Adagio dan ook prima. We borrelen en kletsen bij. Horen de laatste nieuwtjes
en trekken vervolgens nog maar een fles open.
|
|
|
De jetlag doet weer goed z’n werk. Als wij langzaam wakker
worden, horen we Lieneke een boekje voorlezen aan de kinderen en zit Jan al een
uurtje achter z’n laptop wat laatste mailtjes te schrijven. We ontbijten en
gaan daarna een rondje lopen langs twee oude “forten”. Dat oude valt eigenlijk
een beetje tegen. Het zijn bunkers uit 1900. De kinderen vinden het echter
prachtig en erg spannend.
’s Middags
lopen we naar Tobacco Bay. Dit moet een mooi snorkelbaaitje zijn. Als we
aankomen, zijn we verbaasd over de enorme drukte op het kleine strandje. We
merken direct hoe verwend we zijn geweest in de Carieb. Daar waren we vaak de
enige op een strand. De drukte schijnt vandaag nog mee te vallen, horen we
later. Als er cruiseschepen in St George liggen, is het helemaal afgeladen op
dit strandje. Vandaag is het zondag en dan mogen er geen cruiseschepen
binnenkomen. Dus vandaar…. Het snorkelen is leuk, maar minder indrukwekkend dan
gehoopt. Van de koraalriffen is weinig meer over. Wel is het een ideaal
strandje voor de kinderen. Geen golven en veel andere kinderen. Genoeg vertier
dus.
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Als Jan, Lieneke en Guido hun laatste snorkelronde doen,
ziet Guido ineens iets raars voor zijn snorkel. Lange, paars gekleurde slierten.
Als hij verder kijkt, ziet hij dat het een zogenaamd “portugees oorlogsschip”
is. Dat is een kwal dat zich met een soort zeilachtige zak door de wind laat
voortbewegen. Guido waarschuwt Jan en Lieneke en een andere snorkelaar. Lieneke
zwemt snel naar de kant en Guido gaat met Jan nog even voorzichtig op zoek naar
het toch wel bijzondere zeedier. Later begrijpen we dat de beesten gevaarlijker
zijn dan vermoed. Ergens staat zelfs dat ze een volwassen mens kunnen doden…
Da’s niet gebeurd. Tijd voor een biertje dus.
Een dag later gaan we gezamenlijk met de Adagio naar de
Dockyard. Daar moet een leuk museum zitten. Met de bus en de ferry gaan we naar
het uiterste puntje van het eiland. Hier ligt een fort met museum en een
enigszins triest uitziend dolfijnenbad. We lopen wat verlaten rond op het dito
terrein en besluiten na een half uurtje dat er eerst geluncht moet worden. Bij
het naburige Frog & Onion lunchen we vervolgens uitgebreid. Zelfs zo
uitgebreid dat we na het dessert allemaal compleet zijn ingekakt en niet meer
vooruit zijn te branden. We sjokken nog wat over het museumterrein, luieren wat
op een bankje met mooi uitzicht op zee en slenteren nog een keer langs de
dolfijnen. Aan het eind van de middag pakken we de ferry en de bus weer terug
naar de boot en starten hier vol energie aan de borrel.
|
|
|
De volgende dag staat in het teken van de laatste klussen en
boodschappen. Als alles goed gaat, kunnen we dan aan het eind van de middag vertrekken.
Hélène doet samen met Lieneke en Xandra de boodschappen terwijl Jan en Guido
nog wat aan de boot klussen. De avond ervoor hebben we alle voorraad bekeken.
Het is verrassend hoeveel we nog hebben. Hierdoor hoeven we alleen nog wat
verse groenten, fruit en brood te halen. Dat is prima boodschappen doen. De
dames pakken de bus richting Hamilton. Iets verder dan ze hadden gedacht,
worden ze door de buschauffeur gedropt bij the marketplace. Inderdaad een stuk
groter dan de supermarkt vlak bij de haven. Voordat we het weten hebben we weer
een enorme kar met voer.
|
|
Als ze terugkomen, horen ze dat de weersvoorspellingen en
daarmee ook de plannen drastisch zijn gewijzigd. Toen Sidney als eerste wilde uitklaren,
werd hem door de dienstdoende douanier gevraagd of hij zeker wist dat hij nú
wilde vertrekken, juist op het moment dat maar liefst twaalf boten na slecht
weer op hun retour zijn naar Bermuda. Er is een depressie op 200 mijl van
Bermuda flink aan het huishouden. Genoeg reden voor deze boten om na één of
twee dagen gevaren te hebben terug te keren.
We zijn helemaal klaar om te vertrekken, maar met deze
voorspelling besluiten we niet uit te varen. Eerst maar eens kijken wat die
terugkerende boten te vertellen hebben. Wel gaan we ankeren. We zijn de erg
kostbare betonnen muur een beetje zat, zeker nu we er ook de één na de andere
dikke kakkerlak hebben zien lopen. Voordat we gaan ankeren, wordt “kapsalon
Hélène“ nog even geopend. Jan, Julius en Storm worden gekortwiekt. Het is een
prachtige avond met een lekker zonnetje. We vinden het heerlijk om weer te
ankeren, dat geeft toch wat meer vrijheid. We drinken lekker een glaasje wijn
en duiken veel te laat ons bed in.
|
|
|
Bij het ontwaken ligt de hele baai weer vol. Van de veertien
boten die afgelopen zaterdag zijn vertrokken zijn er inderdaad twaalf
teruggekeerd. We klooien de hele ochtend wat. Guido en Jan proberen de
weatherfax goed aan de praat te krijgen. Aan het eind van de ochtend komen de
“nare bazen” even koffie drinken. Ze varen in een waarschip 1010 het rondje
Atlantic. ’s Middags gaan we naar Turtle bay. Volgens de dames van de Tourist
Info is het een klein stukje met de dinghy en vervolgens tien minuten lopen. Het
duurt wat langer. Het is inderdaad een mooi strandje, maar het zal weinig
snorkelen worden. De wind is te hard en de golven zijn te hoog. Uiteindelijk
drinken we onze blikjes op, eten een zakje chips en gaan weer de hele weg
terug. ’s Avonds eten we samen met de Sparkling Too (een van de twaalf boten die terugkeerde) chinees op de Adagio.
|
We willen nu wel eens vertrekken. Guido en Jan gaan al
vroeg naar het internetcafé om de weerkaartjes te bekijken. Er hangt een
lagedrukgebied ten zuidoosten van Bermuda. Maar nog relatief klein. Volgens
alle bronnen is het een goed tijdstip om te gaan. Anders moeten we wachten
tot zondag. We besluiten vanavond te vertrekken. Eerst nog even
tanken. Dit gaan we doen bij de Dockyard, twee uur varen van onze ankerplek.
Hier schijn je taxfree te kunnen tanken en dat scheelt ons dus een paar
honderd dollar. Daarnaast is het een prima dagtochtje om onze opstappers
alvast te laten wennen aan de boot. Daar eenmaal aangekomen pakt het wat anders uit dan
verwacht. Bij de Shell is niemand te bekennen… dit had dus op afspraak
gemoeten. Er zit niets anders op dan bij de “normale” pomp te gaan tanken en
weer terug te varen naar onze ankerplek. Hier is om 18.00 een borrel voor alle “Azorengangers”. Een
verbond dat min of meer gesloten is door de twaalf boten die zijn
teruggekeerd. Alle andere boten die ook het plan hebben naar de Azoren te
varen, zijn natuurlijk ook van harte welkom. Wel leuk om er nog even heen te
gaan voordat we uitvaren. Het zijn allemaal échte zeilers. Behoorlijk op
leeftijd en flinke baarden. We drinken een biertje met Gerrie en René van de Sparkling
Too. Zij zullen vertrekken na het weekend. Tegen het eind van de borrel
klaren we uit en varen met de dinghy terug naar de boot. Inmiddels is het 21.00 uur. De Adagio is net uitgevaren. |
|
Om 22.00 zijn we er helemaal klaar voor. Nog even olie
peilen en dan gaan we. Dat laatste duurt toch wat langer. Doordat de oliepeilstok
niet goed vast zat, is er gedurende de tocht naar en van de Dockyard olie uit
de motor gesproeid. Alles zit onder! Er zit niets anders op dan de zooi eerst
op te ruimen.
Op 6 juni 2002 om 23.30 vertrekken we. Een tocht van zo’n
1.650 mijl, waar we verwachten een dag of tien tot twaalf over te doen.
Inmiddels is het volstrekt donker. Het is een bijzonder donkere nacht zonder
sterren en maan. We halen ons anker op en varen voorzichtig richting de
vaargeul. Jan en Hélène voorop de boot en Guido en Lieneke in de kuip. Via de
portofoon houden we elkaar op de hoogte van mogelijke “objecten” waar we
tegenaan kunnen varen. Dit zijn voornamelijk blinde boeien. Het is toch wel
weer behoorlijk spannend om midden in de nacht weg te varen, zeker vanuit het
onheilspellende Bermuda. Gelukkig is er weinig wind en zijn er vrijwel geen
golven. Dit maakt het een stuk overzichtelijker.
Eenmaal door de “Narrows” en de laatste blinde
verkenningsboei achter ons gelaten, zetten we koers naar de Azoren. Er staat
geen zuchtje wind (3 knopen). Dat wordt dus motoren. De hele nacht motoren we
door. Gelukkig staan er weinig golven, waardoor we redelijk rustig varen en
lekker kunnen slapen.
De eerste
vaardag is een prachtige dag met een scherp zonnetje. Nog steeds geen wind.
Naarmate de middag vordert, wordt het bloedheet in de kuip. We slapen en lezen
wat. Jan stort zich ondertussen op zijn sextant. Hij tekent de hele middag
verwoed grafieken. Lieneke heeft ondanks de pillen een lichte vorm van
zeeziekte. Ze kan haar ogen amper open houden en slaapt het grootste deel van
de tijd. Storm en Dide vermaken zich prima met de lego. Het lijkt alsof de wind
iets toeneemt. Als de wind langer boven de 10 knopen blijft, hijsen we de
zeilen. Heerlijke rust.
We eten babi pangang in de kuip bij de ondergaande zon.
Vervolgens trekken we de fles champagne open die Jan en Lieneke van vrienden
hadden meegekregen “op een voorspoedige oversteek”.
Na de afwas gaat de eerste shift slapen. Guido houdt de
wacht. Tijdens de nacht neemt de wind weer af en dobberen we met 2 knopen per
uur voort in zuidelijke richting. Niet goed dus. Zodra het licht wordt,
strijken we de zeilen en motoren we weer verder.
Het is wederom een prachtige dag. De zon schijnt, er is
weinig bewolking en het waait nog steeds maar 5 knopen. In de zee zien we
regelmatig een portugees oorlogsschip drijven. Het lijken net plastic zakjes
met een beetje lucht erin die op het water drijven. We vermaken ons allemaal
prima met de verschillende bezigheden: slapen, sextant en lezen.
Dan zien
we iets vreemds drijven. Verrek, het is een boei. Die zal wel lekker vastzitten
op 5.000 meter diepte, midden op de oceaan. We zijn benieuwd, varen ernaar toe
en maken een fotootje. Waar zou deze nou vandaan komen?
De kinderen krijgen een cadeautje uit de tas van oma Anke .
Het is helemaal feest. Een popje voor Dide en een spelletje voor Storm. De
kinderen zijn er helemaal blij mee. Dide ontfermt zich direct over de pop en
Storm verleidt Guido tot het spelen van het spelletje “wie heeft de meeste Ernies”.
’s Middags hijsen we het grootzeil. Niet vanwege de wind,
want die blijft onveranderd hangen bij 5 knopen, maar vanwege de stabiliteit.
We liggen zo rustiger op de golven en varen bovendien een knoop harder.
Aan het eind van de middag maken we hamburgers en een grote
bak met sla. We krijgen een prachtige zonsondergang. Eentje die we niet vaak
zien op zee. De dagen worden duidelijk langer. Het blijft nu zeker tot half
negen licht. De kinderen zijn hier nog steeds niet aan gewend en zijn met geen
mogelijkheid hun bed in te krijgen.
We passeren de 60e breedtegraad en zetten ons
horloge dus een uur vooruit. De wind begint weer een beetje terug te komen.
Tegen de nacht kunnen we de motor uitzetten en varen we op de zeilen lekker
door.
Sidney belt. Hij heeft problemen met zijn motor. De
schroefas is geblokkeerd. Hij is al in het water geweest om te kijken of er
iets in zit, maar zonder resultaat. We zetten direct koers naar ze, gelukkig
zitten we slechts 35 mijl noordelijker. Guido belt met Simon om het telefoontje
van Sidney aan te kondigen. Na een paar uur varen zien we de Adagio. Alle
telefoontjes naar de experts wijzen erop dat het probleem niet kan worden
opgelost midden op de oceaan. Behoorlijk shit voor ze om al na twee dagen en
nog zo’n vijftienhonderd mijl te gaan zonder motor te zitten. Terwijl we naast
ze varen, wisselen we van alles uit. Ook de kinderen staan naar elkaar te
roepen en te zwaaien. Storm en Julius zitten net in de fase van wie de sterkste
pappa heeft, wie het oudste is enzo en dus roept Storm heel tactisch: “Juul,
onze motor doet het wel..”.
Na kort beraad aan boord zijn we het er over eens dat we de
rest van de oversteek bij de Adagio in de buurt zullen blijven varen. Inmiddels
waait het weer een knoop of 10 dus hijsen we de zeilen en varen gezamenlijk
verder. We spreken af om te varen rond de 35e lengtegraad. En onderhouden
regelmatig marifooncontact waarin posities worden uitgewisseld, zodat we bij
elkaar kunnen blijven.
We liggen
stabiel op een aandewindse koers en bakken pannenkoeken voor de kinderen.
Wederom een mooie zonsondergang. Naarmate de nacht vordert, neemt de wind weer
af tot drie knopen.
Om 4.00 uur besluiten we de zeilen maar weer te strijken.
Alles klappert te veel. Dan maar weer op de motor. We roepen de Adagio op die
vlakbij ons vaart en arrangeren een ontmoeting als het licht is. Om de vaart er
een beetje in te houden, gaan we slepen zolang de windstilte duurt.
Wel een gek gezicht zo midden op de oceaan met een boot op
sleeptouw. Aan het eind van de ochtend trekt de wind weer aan, gooien we los en
varen op de zeilen verder.
De voorspellingen beloven voor de komende dagen voldoende
wind. Boven de 36e lengtegraad forse wind tussen de 25 en 35 knopen. Onder de
35e lengtegraad rond de 20 knopen. Al snel hebben we een prima windje. Ruime
koers wordt afgewisseld met voordewindse koersen. Het houdt ons alert en een
beetje bezig met de zeiltrim. We eten pasta en drinken een in Bermuda gekochte
breezer. Een heerlijk relaxed tochtje tot nu toe.
Tegen de avond neemt de wind toe en zien we regelmatig 30
knopen op de windmeter. Voor de nacht besluiten we twee riffen te leggen. Dan
weten we zeker dat we nergens last van hebben. De zeegang is nog steeds vrij
weinig, dus af en toe “vliegen” we. Ook tijdens de nacht is er voldoende wind
om lekker door te varen.
Tegen de ochtend neemt de wind af en krijgen we een front
over ons heen. Flinke regen en een donkere lucht. Verder blijft het rustig. Al
een paar dagen proberen we een vis te vangen, maar zonder resultaat. Om onze
kansen te vergroten hebben we maar een tweede lijntje uitgegooid. Een aas voor
een dorade en een ander aas voor tonijn. Vandaag hebben de aasvisjes elkaar
maar te grazen genomen. De lijnen zijn in elkaar verstrikt geraakt en vormen nu
één gekronkelde kluwe draad. Helaas geen vis!
De zon
liet zich even zien maar verdween weer snel achter een dik wolkendek. De wind
blijft prima: ruime koers en dik 20 knopen. ’s Middags als we de genua willen
inrollen, blijft de lijn vastzitten in de trommel. Bij een poging deze los te
krijgen, trekken we de lijn kapot. Shit! Nieuwe lijn zoeken met een zelfde
lengte. Gelukkig hebben we het ruim recent opgeruimd. Dat scheelt weer een hoop
“zoekergernis”. Met de nieuwe lijn gaat het helemaal goed.
Met de Adagio wisselen we informatie uit over het weer (er
is een lagedrukgebied op komst boven de 35e lengtegraad). We besluiten
gezamenlijk de komende nacht iets af te zakken naar 34.45. We veranderen de
zeiltrim en gaan eten. (.)
Hierna kijken we naar één van de video’s die Jan en Lieneke
hebben opgenomen in Nederland. Tussen de hoofdfilm door zien we wat
reclameblokken. Gek hoor, al die nieuwe spotjes. De toetjes zijn er in
revolutionaire nieuwe smaken en het maandverband is qua pasvorm verder
verbeterd. We hebben weinig gemist zo te zien.
Na de video starten we met ons ongeorganiseerde
wachtsysteem. Aan het begin van iedere avond kijken we wie er moe is en wie
niet. Op basis daarvan besluiten we hoe we de nacht ingaan. Vandaag neemt
Hélène de eerste wacht. Al snel komt Dide haar gezelschap houden. Het is
inmiddels al een stuk kouder ’s nachts. Je kunt niet meer lekker buiten zitten
zonder lange broek en trui. Dus blijven we nog maar even binnen in onze korte
broek om een boekje te lezen. We hebben nog geen zin in al die kleren. Af en
toe (ieder kwartier) steken we ons hoofd naar buiten om te kijken of er schepen
aan komen. De golven zijn inmiddels behoorlijk toegenomen. Af en toe maakt de
boot een schuiver of hoor je een enorme dreun van een golf op de kim. We
schieten goed op.
|
|
|
|
Met onze opstappers aan boord gaat het prima. Wel is het
natuurlijk vreemd om met z’n allen in een kleine ruimte te leven. Het is gezellig,
maar soms voelt het ook als een enorme inbreuk op je eigen leventje aan boord.
Met kinderen erbij is het dan nog eens extra complicerend. Hoewel je zou
vermoeden dat er meer aandacht voor ze is, is er juist minder aandacht, of is
in elk geval hun behoefte aan aandacht groter. We kunnen ons soms voorstellen
dat Jan en Lieneke gek worden van de kinderen. En soms gek van ons. En soms
worden we gek van Jan en Lieneke.
Om 7.00 hebben we contact met Sidney. We moeten flink reven
om weer bij de Adagio te komen. De zee is rustiger en de wind is afgenomen. De
vooruitzichten voor het weer zijn goed. Het lijkt wel of we tussen alle
lagedrukgebieden doorzeilen en ze net ontwijken. Prima! Volgens Herb
(weergoeroe) is het “very unusual weather, low after low”. Gelukkig nog niet
voor ons. Vanmorgen weer een cadeautje te voorschijn getoverd. Dit keer Ernst
en Bobby op vakantie deel 2. Storm was helemaal blij toen hij zag welke video
het was. Hij straalde van geluk ”deze wilde ik nog hebben!”, “wat gaaf!”.
Natuurlijk moest er direct gekeken worden.
Het vertragen werkt niet echt. De genua hebben we flink
gereefd maar het verschil in afstand blijft onveranderd. Met nauwelijks zeil op
krijgen we nu forse golven van opzij. Niet echt lekker varen dus. We besluiten
de Adagio tegemoet te varen, om vervolgens weer samen op te varen. Het blijft
leuk om elkaar weer te zien midden op zee. De kinderen staan druk naar elkaar
te zwaaien. Omdat we nu allebei zeilen met flink wat golven, kunnen we niet al
te dichtbij komen. Wel is het erg mooi om te zien hoe de Adagio door de golven
omhoog en omlaag gaat. Soms verdwijnt het hele schip achter een golf en zie je
alleen nog een stukje zeil. Waarna vervolgens het schip weer door een golf
omhoog wordt getild. We maken ook video-opnamen.
|
|
We eten rijst met zoetzure saus en varen in noordelijke
richting om wat meer wind op te pikken. Al snel neemt de wind toe tot een dikke
25 knopen. We varen nu naar het noorden, helaas niet richting ons doel. Om 5.00
gooien we de zeilen om. Na wat discussie wordt de boom gezet en gaan we voor de
wind varen. Guido duikt na deze actie weer zijn bed in. We surfen met een
enorme snelheid van de golven. We halen over de grond een keer zelfs 14.4
knopen! Erg leuk.
We roepen een paar keer de Adagio op, maar zonder resultaat.
Om 11.00 belt Sidney, hij kon even geen contact krijgen. Ze liggen ongeveer 12
mijl achter ons. We spreken af dat wij verder zullen vertragen en halen de
genua vrijwel helemaal weg.
Ondertussen
zijn we halverwege. We hebben zo’n 825 mijl gevaren en nog 825 mijl te gaan.
Ver van huis en tijd voor een champagnemomentje. In het zonnetje genieten we
van vier miniflesjes.
In ons dagelijkse
marifooncontact vertelt Xandra dat Sidney nu ligt te slapen. Hij is de hele
ochtend druk in de weer geweest. Zelf klinkt ze ook moe. Om ze een hart onder
de riem te steken, besluiten we om terug te varen. Hakken tegen de wind in. Na
een paar keer overstag zijn we heel dicht bij de Adagio.
We hebben een pakketje voor ze gemaakt met katjang pedis
nootjes en een lekker luchtig leesboek. Nu nog zorgen dat het op de Adagio
komt. Het “nootpakket” wordt door Jan vakkundig in de kuip gegooid. Al kostte
het de nodige moeite om onder zeil dicht naast elkaar te varen zonder
ongelukken. Sidney en Sophie vinden de nootjes lekker. Julius vind ze minder
lekker, horen we hem even later door de marifoon tegen Storm zeggen. Het is
weer leuk om even naast elkaar te varen.
Na enig beraad besluiten we om het grootzeil verder te
reven, zodat we dan meer gelijk opvaren met de Adagio. Guido is het nog niet
helemaal eens met dit plan, maar gaat uiteindelijk in vol ornaat naar het
voordek. Het blijkt geen overbodige luxe om extra te reven. ’s-Nachts wordt het
een stuk heftiger. De windmeter loopt op tot zo’n 40 knopen. Gelukkig varen we
een ruime koers en hebben er dus weinig last van. De hele volgende dag is het
grauw en donker. Het blijft onverminderd hard waaien, al blijft de windmeter nu
meestal onder de 35 knopen. De golven worden wel steeds hoger. Zolang we de
wind van achter hebben is dat nog geen probleem. Wel varen we nu goed door.
Zoals het er nu naar uit ziet komen we dinsdag of woensdag aan.
’s Middags
kijkt Guido in de bilge (onderin de boot) en ziet dat er water staat. Het is
zout water. Waar komt dit water vandaan en waarom is het niet automatisch
weggepompt? Genoeg vragen voor een uitgebreid onderzoek. De oorzaak blijkt te
liggen in een niet goed vastgedraaide koelslang van de generator. De reden dat
het water niet automatisch is weggepompt, komt doordat het filter van de
bilgepomp vol zit. Slordig! We herstellen de situatie en alles werkt weer. Het
is toch wel een prettig idee dat de pomp vanzelf aanslaat op het moment dat het
waterniveau in de bilge te hoog wordt!
Met de hele operatie zijn we toch een dikke vier uur zoet
geweest. De kinderen zijn inmiddels niet meer te houden en verzinnen iedere
minuut nieuwe dingen om een beetje aandacht te krijgen. We koken snel een maaltje. Tijdens het eten
ziet Hélène voor de boeg een dolfijn boven de preekstoel uitspringen. We rennen
erheen en zien een paar dolfijnen met enorme snelheid voor de boeg zwemmen en
spelen. Na het eten verdelen we de nachtwachten.
De hele nacht blijft het flink waaien. Een dikke 30 knopen.
De dag is grauw met de nodige regenbuien. We zitten daarom veel binnen en
hebben veel marifooncontact met de Adagio. Het belangrijkste onderwerp is de
weersverwachting. Inmiddels heeft Sidney een nieuwe voorspelling van zijn vader
doorgekregen voor de komende vier dagen. Het ziet er goed uit. Aan het eind van
de dag moet het beter worden. De wind zal afnemen en we zullen langzaam een
hoogdrukgebied binnen varen.
Inmiddels is het al middag en we zien nog weinig tekenen van
de nieuwe voorspelling. We willen al een tijdje meer noordelijk varen om wind
op te pakken en twijfelen of we zullen tacken. Op de barograaf zien we ineens
een scherpe daling. In een paar uur tijd is de barograaf gedaald met 4 millibar
naar 1010, terwijl hij in een eerder stadium ook al behoorlijk gedaald is. Wat
hogedrukgebied? Voor de zekerheid halen we een weerkaartje op met de
satelliettelefoon, terwijl de wind ondertussen toeneemt tot een dikke 35
knopen. Op het weerkaartje zien we een aaneenrijging van fronten aan de
noordkant. In overleg met de Adagio besluiten we het zekere voor het onzekere
te nemen en onze huidige koers nog even te blijven aanhouden.
Aan het eind van de middag neemt de wind inderdaad af. De
golven zijn in de afgelopen dagen behoorlijk hoog geworden en dat is een
indrukwekkend gezicht. Tegen 17.00 maken we dan eindelijk de tack naar het
noorden. Het wordt een rustige nacht met weer een mooie sterrenhemel en een
beginnende maan. Weer een stuk lichter dan de voorgaande nachten. De wind en de
golven nemen steeds verder af.
|
|
’s-Morgens hebben we nog maar 14 knopen wind. Lekker rustig
na al dat geweld. Guido heeft een brood gebakken en samen met een Unox
rookworst smaakt het heerlijk in het zonnetje. Al snel neemt de wind verder af
en voor we het weten moet de motor weer aan. Helaas. We strijken de zeilen en
pikken de Adagio op om te slepen. De rest van de middag tuffen we voort
richting Flores. Nog 300 mijl te gaan. Hopelijk komt de wind snel weer terug.
Dit duurt echter langer dan verwacht. Ook voor de Adagio is gesleept worden
niet zo aangenaam. Sidney en Xandra moeten namelijk omstebeurt sturen om de
Adagio recht achter onze boot te houden.
We eten pasta en maken ons klaar voor de nachtwachten. We
drinken nog een uitgebreide kop koffie in de kuip en genieten van een mooie
sterrenhemel. Wel zien we al weer een donkere lucht aankomen die de heldere
nacht gaat verstoren. Om 3.00 is het zover. De wind is weer aangetrokken tot 12
knopen. Genoeg reden om de boel weer los te gooien. Bij het losgooien komt
Sidney erachter dat de lijn bijna gebroken is als gevolg van het schavielen.
De rest van de nacht varen we alleen met de genua. Hierdoor
kan de Adagio een stuk uitlopen en kunnen we het grootzeil hijsen als het licht
is. De wind trekt in de loop van de
ochtend flink aan. Rond 9.00 hijsen we het grootzeil. We zetten gelijk twee
riffen, want het ziet er naar uit dat het harder gaat waaien. De lucht is
wederom grauw en grijs en het regent zachtjes. Het doet allemaal bijzonder
Nederlands aan. We hebben het voor het eerst echt koud. De fleecejacks en de
sokken worden tevoorschijn gehaald. Het gaat inderdaad steeds harder waaien en
tegen de middag hebben we al weer 25 knopen wind. We hebben een aandewindse
koers en liggen goed op één oor. Het regent. “Dit zal wel niet lang duren”,
“Dit zal we het frontje zijn dat we op de kaartjes hebben gezien”. Tuurlijk!
Aan het eind van de middag is er nog geen enkel teken dat het zal veranderen.
We besluiten nog een weerkaartje op te halen. Het lijkt erop dat we een
warmtefront precies op onze route tegenkomen, waarbij we ons over de frontlijn
bewegen.
We hebben
het eigelijk wel een beetje gehad met dit weer. Het enige voordeel is dat we
behoorlijk hard op ons doel afgaan. Als we zo doorgaan komen we misschien nog
wel dinsdagavond aan op Flores. De
kinderen vermaken zich niet zo goed en hangen op ons en aan elkaar. Aan het
eind van de middag proberen we het toch nog een beetje gezellig voor ze te
maken en gaan Jan en Guido pannenkoeken met spek en rozijnen bakken. De
kinderen vinden het een feest. Tegen de avond neemt de wind nog verder toe. De
hele nacht waait het tegen de 30 knopen. We denderen over de golven. Onze
voorspelling en hoop is dat de wind zal gaan ruimen gedurende de nacht. Maar
nee hoor. De hele nacht gaat het precies andersom. Door de krimpende wind gaan
we volledig van koers af en word dinsdagavond al absoluut niet meer haalbaar.
Nog een nachtje erbij dus…
Tegen de middag zakt de wind weer helemaal weg. Het is
ongelofelijk! Of het waait 30 knopen of de wind is weg. Er zit helemaal niets
tussen. De hele dag blijft het grijs en grauw. Waar blijft het hogedrukgebied?
We varen een stukje terug om de Adagio op te pikken. Nog 100 mijl te gaan.
Zoals het er nu naar uit ziet wordt het motoren naar Flores. ’s Middags nemen
we de Adagio op sleeptouw. Gelukkig is deze sessie niet van lange duur. Tegen
een uur of acht trekt de wind weer aan en gooien we los. We kijken een video.
Dit keer een flauwe comedy.
De wachten worden verdeeld. Het blijft de hele nacht
heerlijk rustig. Je merkt gelijk weer dat je beter en dieper slaapt. Dit
betekent ook dat het weer een stuk lastiger is om wakker te worden voor de
volgende wacht. Vooral omdat het buiten
je bed best wel koud is.
Tegen de ochtend van
19 juni, na 13 dagen varen en na in totaal 1.971 mijl afgelegd te hebben, is
dan eindelijk Flores in zicht. Storm krijgt de eer om als eerste land te zien (à
filmpje, 6 sec). Langzaam klaart het weer ook op en varen we met een
zonnetje richting het eiland. De Adagio ligt voor ons en vaart op de
halfwinder, een mooi gezicht. Voor de boeg krijgen we nog gezelschap van een
groepje dolfijnen.
|
|
|
|
Vlak voor de kust nemen we de Adagio op sleeptouw om de baai
in te varen. Als we voorbij de pier zijn, maken we van de sleeplijn een spring
en varen we zij aan zij binnen. Deze manoeuvre is nog best lastig, aangezien er
een viertal lijnen dusdanig moeten worden vastgemaakt dat we ons gedragen als
één schip, zonder dat de masten elkaar kunnen raken. Samen varen we naar de
kade (met de nodige bekijks). De hele actie verloopt prima.
Aan de kade worden we direct welkom geheten door Josez (call
me Joe), die ons van alles over het eiland weet te vertellen. Even later speelt
hij ook nog wat op zijn zelf gemaakte instrument. Als we vijf minuten liggen,
komen de autoriteiten langs. In de jeep kan worden ingeklaard. Wat een service!
Na een half uur zijn we klaar. Aangezien we ondertussen als een gek liggen te
schudden aan de kade, besluiten we te gaan ankeren. De Adagio ligt, met de
Malmok als hulpmotor, gelijk goed vast. Wij doen langer over het vinden van een
goede ankerplek. Hoewel het allemaal prima is verlopen, zijn we uiteindelijk de
hele middag bezig geweest met ongebruikelijke manoeuvres.
|
|
|
Als we eenmaal naar tevredenheid liggen, besluiten we een
restaurant te zoeken waar we met z’n allen wat kunnen borrelen en eten. Vlakbij
de haven zit een eettentje. We krijgen met ons tienen een eigen “eetzaaltje”
waar we letterlijk onze gang kunnen gaan. Het eten is heerlijk en de wijn en het bier nog veel
lekkerder. Het is toch ook heerlijk om weer aan vaste land te zijn! |
|
|
De volgende ochtend in de ankerbaai miezert het. We hadden
ons voorgenomen het eiland te ontdekken, maar daar lijkt nu weinig van terecht
te komen. Dus bereiden we ons voor om te vertrekken. Wel willen we nog een paar
verse boodschappen doen, een mooi moment om ook de kinderen even te laten
rennen. En dan klaart het ineens op. Alsnog gaan we het eiland op, maar
aangezien het al middag is, wordt het in plaats van een rondtoer een
uitgebreide wandeling. Flores is een prachtig eiland met slechts 4.000 tot
5.000 inwoners. Mooi groen, prachtige vergezichten en ontzettend vriendelijke
mensen.
Samen met de Adagio varen we aan het eind van de middag de
haven uit en vertrekken richting Horta, een nacht en een dag varen. Tijdens
deze tocht staat er niet al te veel wind, waardoor er nog veel gesleept moet
worden. Op Horta zijn Batje en Laus, oude bekenden die vanwege rugklachten van
Laus helaas in Tenerife hun Atlantische oversteek moesten opschorten. Per mail
hebben we met ze afgesproken om de volgende dag de verjaardag van Storm te
vieren.
Ze zijn
bekend met de motorproblematiek van Adagio en hebben dus een prima plekje voor
ons geregeld in de overvolle haven. We worden door een vol team opgewacht en
zitten al snel aan een biertje.
De zon begint in de loop van de dag te schijnen en zal de
komende weken ook niet meer verdwijnen. Het azorenhoog is een feit geworden.
Storm is de dag voor zijn verjaardag al behoorlijk bezig met
de grote gebeurtenis morgen (à filmpje, 19 sec).
De volgende morgen is Storm er dan ook erg vroeg bij. Hij
struint zich een weg door de avond ervoor opgeblazen ballonnen, krijgt een
mooie feestmuts op en pakt de nodige cadeautjes uit. Hierna speren Jan en Guido
als een gek naar de winkel, want er moet natuurlijk ook taart komen. Deze dag
viert Storm een heuse verjaardag. We sjouwen door de haven in Horta, eten friet
met een ijsje, hij krijgt mooie cadeaus en in de namiddag en avond wordt er
uitgebreid geborreld aan boord, terwijl hij laat op mag blijven samen met Dide,
Julius en Sophie. (.)
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
|
|||||
|
|
|||||
Met als eindresultaat:
|
En dan is het rustdag. Jan en Lieneke hebben een auto
gehuurd om het eiland te ontdekken en dat komt ons prima uit. Nu is het
mogelijk om de boot compleet schoon te maken. ’s-Ochtends loopt Hélène met de
kinderen naar een strandje en kan de bilge worden schoongespoeld. In de middag
spelen de kinderen lief op het dek en kan de boot van binnen volledig worden
schoongemaakt. Alle was is de vorige dag al opgehaald en terugbezorgd. Tegen
het eind van de avond is de boot volledig opgeruimd en schoon. Heerlijk.
De volgende dagen kabbelen rustig voort. Overdag doen we een
klusje, bij ons of bij een ander aan boord. We kletsen wat, zitten wat op
elkaars boten en drinken een biertje in het naburige café Sport. Deze zeer
gezellige kroeg is bij zeilers alom bekend en daar heeft de eigenaar handig op
ingespeeld. De verschillende panden rondom het café zijn door hem opgekocht. In
eentje zit een internetcafé. In een ander zit een organisatie die
walvistoertjes organiseert. In weer een ander zit een winkel met de volledige
café Sport kledinglijn. Ondertussen zullen de omwonenden niet zo snel klagen
over de geluidsoverlast. Die zijn er namelijk niet meer.
We gaan naar een feest op het eiland dat jaarlijks gehouden
wordt. Het concept is eenvoudig: zet een generator neer, een diepvries met
bier. Nodig wat mensen uit en je hebt een feest. Zelden hebben we zoiets
troosteloos gezien. Maar het blijkt ook te vroeg, om 17.00 uur komt namelijk de
muziek. Als de muzikanten zich hebben opgesteld, moet het feest beginnen. We
zijn vol verwachting. Het ene na het andere treurige nummer wordt ingezet (à
filmpje, 14 sec), waarop we nog maar wat proberen te dansen (à
filmpje, 7 sec). De kinderen doen renwedstrijdjes (à
filmpje, 10 sec) en vinden het allemaal prachtig. Hierna gaan we
steengrillen bij de haven.
|
|
|
De volgende dag gaan we met z’n twaalven bij ons aan boord
op walvisjacht. Wij varen, Adagio verzorgt de lunch, Batje B verzorgt de
drankjes, een prima combi. Er schijnen veel walvissen te zijn zo’n vier mijl
zuid van het naburige eilandje Pico en daar stomen we dus op af. Al snel komen
we in een enorme school dolfijnen terecht, erg indrukwekkend. Maar van de
walvissen zelf zien we weinig.
|
|
|
Deze avond blijven we met de kerels over in café Sport en
worden gezellig dronken. Ook Lubbe van de Lightness of Being is gearriveerd en we
drinken nog wat na op zijn boot. De volgende dag is hij jarig. Ook dat vieren
we natuurlijk. Hij krijgt taarten, een originele fleecetrui uit de café sport
kledinglijn, alsook een kleurrijk strak truitje voor zijn nieuwe vriendin.
|
|
|
De volgende ochtend verloopt wat rommelig. De kinderen zijn
door Lubbe uitgenodigd voor taart en Guido voelt zich verre van OK. In eerste
instantie denkt hij dat het een forse kater is, maar het blijkt dat hij
salmonella heeft opgelopen bij het eten van een puddingbroodje. Toch vertrekken
we richting Terceira, een nachtje varen. Dit eiland willen we namelijk nog wel
even zien, voordat Jan en Lieneke hiervandaan terugvliegen. Al varend zien een
mooie zonsondergang met enorm veel dolfijnen.
|
|
|
|
We liggen in Angra do Heroismo, een pittoresk maar heus
stadje. Gezellige straatjes en weer echt heel Europees. Guido maakt weinig mee
van de feestweek die op dit eiland wordt gehouden, maar de rest gaat naar de
optocht, wat andere activiteiten en het loslaten van een stier in een
dorpsstraat. (. .)
|
|
De avond voordat Jan en Lieneke terugvliegen, worden we getrakteerd
op een gezellig etentje. Ze krijgen traditioneel de gehavende vlag mee. We
bedanken ze voor hun hulp tijdens het oversteken. Hun aanwezigheid heeft er
verder voor gezorgd dat we allemaal lange nachten konden slapen.
Dan
vertrekken onze opstappers na een maand bij ons aan boord te hebben geleefd.
Gek idee. Het is hartstikke gezellig om anderen aan boord te hebben, maar het
ook weer erg lekker om alleen met je gezin te zijn.
Guido herstelt langzaam en na twee heerlijk rustige dagen
kunnen we weer wat activiteiten ondernemen. De kinderen zijn in één klap een
stuk rustiger en genieten van het doen van een spelletje of het voorlezen uit
een boekje.
We blijven voorlopig even liggen waar we liggen. Deze plek geeft
ons een volstrekte rust. Het enige dat gebeurt is het luiden van de kerkklok.
De dagen die volgen, slijten we met de ochtendwandeling naar de bakker, het
bezoeken van een fort, een kasteel of de speeltuin in de buurt, het zitten op
een terrasje of het halen van een ijsje na het avondeten. Verder maken we in
alle rust ons verhaal op.
|
|
||
|
|
|
|