Terug naar hoofdmenu

 

Deel 4: Sevilla, Cadiz, Gibraltar, Porto Santo

 

Vanaf de havenplaats Chipiona regelen we auto’s om naar Sevilla te rijden. De volgende ochtend rijden we langs een droog en heuvelachtig landschap. Onderweg passeren we de ene na de andere sherry casa. Jammer dat we geen sherryliefhebbers zijn. Rond de middag komen we aan in Sevilla, een prachtige stad. Als eerste strijken we – als echte toeristen – neer bij Mac Donalds.

 

 

Daarna doen we de inmiddels vertouwde tour met de bus zonder dak. Sevilla is een indrukwekkende stad, maar bloedheet zo in de bakkende zon rond het middaguur. We zien mooie parken en prachtige gebouwen, maar de hitte en kinderen drijven ons al na een uurtje de bus uit. We stoppen bij Isla Magica: een soort Disneyland, maar dan iets kleiner.

 

Eenmaal binnen ontdekken we dat we onze digitale camera en een tas met spullen missen. Guido gaat als een haas met een taxi achter de bus aan. Onderweg belt hij met de busmaatschappij om te vragen of ze de bus willen checken. De bus is stil blijven staan bij de volgende halte om te doorzoeken. Guido komt een paar minuten hierna aan. Alles weg…… na reconstructie weten we dat de spullen gestolen zijn. Tijdens het uitladen van de kinderen en wandelwagen heeft iemand in een onbewaakt ogenblik de spullen gejat. Balen van de camera en alle kleren. Het is zo irritant dat dit soort mensen bestaan! We nemen ons voor om de dag niet te laten verpesten en zo snel mogelijk een vervangende camera te vinden. We kunnen er toch niets meer aan doen. De rest van de middag in het pretpark rond gesjouwd. ’s-Avonds weer richting de auto’s gegaan om bij een grote supermarkt inkopen te doen. Nu we een auto hebben, moeten we er ook maar meteen van profiteren.

 

Na overleg met Adagio vertrekken we aan het eind van de volgende dag naar Rota: “een uurtje varen”. Guido gaat uitchecken bij de havenmeester en neemt ijsjes mee. We eten ze op op het dek . Binnen 10 minuten zitten de kinderen van top tot teen onder en het dek ook. Met de slang de kinderen schoon gespoeld. We vertrekken uiteindelijk om 17.00.

 

Tegen de wind in, na anderhalf uur zitten we nog ter hoogte van onze vertrekplaats (ruim om een ondiepte heen). Bovendien is het absoluut geen uurtje. Kortom: we komen zeker in het donker aan. Iets wat we eigelijk per definitie vermijden. We hebben de keus: óf terug óf naar Rota. Motor aan en doorvaren maar. Plotseling zien we enorme dolfijnen. Eerst vinnen alsof er haaien zwemmen en vervolgens duikelen ze langs de boot. Ze zijn aanzienlijk groter dan die we eerder hebben gezien in Noord Spanje. Hoe dit soort beesten heten, weten we niet, maar het is wel indrukwekkend. We komen aan in het donker. Leggen vlekkeloos aan ondanks de harde wind. Om 23.30 zitten we met de kinderen aan tafel taco’s te eten. Beetje uitgelopen diner.

 

In de nacht maakt Guido de tekst en de foto’s voor de internetsite. Om 3.00 is het klaar en kan alles per mobiele telefoon richting de internetprovidor. Hier gaat het mis. De hele volgende dag is Guido bezig geweest met deze klus. Met als resultaat alleen de tekst. Aan het eind van de middag hebben we een enorme telefoonrekening en een zwaar gefrustreerde Guido. Het lijkt wel of niets vanzelf gaat met internet, de computer en de modem. Alleen maar gezeik.

 

Storm speelt de hele dag op de Adagio samen met Julius en Sophie. Het samen spelen gaat steeds beter. Ook is het grappig om te zien wat ze spelen. Zo spelen ze “havenmeestertje” Wat inhoud dat ze de havenmeester geld gaan betalen. Dit wisselen ze af met meeuwen nat maken met de tuinslang, vissen vangen of boot poetsen.

 

 

 

De volgende morgen vertrekken we naar de “grote stad” Cadiz. Geschikt voor het zoeken naar een nieuwe camera. Dit keer echt een uur varen. Een kleine haven op een container terrein. Niet echt de meest gezellige omgeving. De stad moet zeker de moeite waard zijn, dus daar gaan we dan maar voor.  De weg naar het centrum bestaat uit een lange promenade langs het water met uitzicht op het oude stadje. In de stad gaat Guido samen met Storm op zoek naar een nieuwe digitale camera. Hélène gaat samen met de familie Moll en Dide een lunchterrasje zoeken. Het oude stadje ziet er erg gezellig uit met lange smalle stegen die ook overdag voldoende schaduw geven. Op het eerste het beste pleintje vinden ze een gezellig terras. Er wordt uitgebreid besteld. Dide vind de Calamares heerlijk! Tijdens het eten krijgt Sidney een telefoontje. Z’n hele gezicht betrekt. Er zal toch niets ergs zijn met z’n familie? Sidney vertelt dat hij zijn broer aan de lijn heeft en dat er net een vliegtuig tegen het WTC is aangevlogen. Xandra en Hélène denken direct aan het WTC in Amsterdam. Ze bedenken gelijk wie er allemaal in de buurt wonen. Tot dat Sidney zegt dat het in New York is.

 

Binnen in het restaurant staat een TV. Sidney gaat even kijken. Op dat moment slaat een tweede vliegtuig in de andere toren. Helemaal ontdaan komt Sidney naar buiten. Het dringt bij ons nog amper door wat er gebeurt. Totdat 10 minuten later het Pentagon wordt geraakt. Het bloed trekt weg en er komt een soort kippevel voor in de plaats. Wat is hier aan de hand? Dit is wel het meest bizarre wat je kan bedenken. Wie doet zoiets? Langzaam komt er iets meer informatie beschikbaar. Terroristen. Dan zakt de eerste toren in en is er opnieuw paniek.

 

Het is teveel om te bevatten. We zitten aangeslagen aan ons tafeltje, terwijl de kinderen rondrennen en zich nergens van bewust zijn. Dit moet wel uitmonden in iets groters, een oorlog misschien? We bellen Guido. Hij staat midden in de Corte Ingles (enorm warenhuis) op de audio afdeling omringd door honderden televisies. Hij was ook live getuige van het tweede vliegtuig en kijkt samen met zo’n beetje het hele warenhuis naar dezelfde beelden. Alleen verstaat hij geen Spaans en weet dus niet dat het om een terroristische aanslag op de Twin Towers gaat. Nadat we hem hiervan op de hoogte brengen, moet hij Storm (die alle beelden ook ziet) uitleggen waarom boze meneren met vliegtuigen tegen hoge torens aanbotsen. Het valt niet mee om dit aan een driejarige uit te leggen! Een uurtje later komt Guido het terras opgewandeld en is ook helemaal ontdaan. We gaan terug naar de boot en bellen ondertussen met het thuisfront.

 

‘s-Avonds kijken we naar Spaanse televisie, waar continu dezelfde beelden te zien zijn. Met Sidney en Xandra drinken we nog wat en wisselen we het laatste nieuws uit wat we hebben gehoord van het thuisfront. Het is gek dat we het nieuws niet goed kunnen volgen. De Spaanse zenders zijn voor ons slecht te volgen.

 

Een paar dagen later vertrekken we in alle vroegte naar Gibraltar. Belangrijkste redenen van op tijd vertrekken zijn het getij en de stroming. Na een uurtje motoren trekt vlak voor Tarifa de wind aan. Met de wind in de rug varen we om het uiterste puntje heen van het continent. We zien Europa en Afrika. Een bijzonder moment! We maken foto’s. Ook roepen we Adagio op om te vragen wat foto’s van ons te maken.

 

 

 

In de straat van Gibraltar kunnen zich gekke omstandigheden voordoen. Vooral een plotseling sterk toenemende wind (zonder enige voortekenen) en weinig golven. En inderdaad: nadat we heel rustig om Tarifa zijn gevaren, neemt de wind steeds meer toe. We laten het zeil zakken als we vlak bij de rots zijn. Rustig lopen we tussen alle voor anker liggende containerschepen de haven binnen. Dit is de haven waar de ouders van Sidney met hun motorboot de “Happy Molly” liggen. Het is een beetje een gekke haven. Aan de steiger liggen grotendeels boten die het hele jaar niet van hun plek komen. Hetzelfde geld voor de booteigenaren. Veel boten zijn volgebouwd met allerhande zooi en op de steiger staan overal enorme schotels. Een aantal boten roest onder de eigenaar vandaan. Iedereen kent iedereen. Iedereen bemoeit zich met iedereen. De meeste mensen zijn gepensioneerd en Engels. Zo zit er een fietsenmaker op een motorboot die zijn beroep op de steiger vrolijk voortzet.

 

Voor ons is deze haven vooral een tussenstop voor onze reis naar Madeira. We moeten nog wat klussen aan de boot en de nodige inkopen doen voordat we weer vertrekken.

 

 

Op de boot van de vader van Sidney kijken we naar het Nederlandse nieuws (met de schotel). Alles is nu plotseling weer zo dichtbij. Je wordt er niet vrolijker van. Wel gaan we ’s-Avonds lekker eten met de hele familie Moll. Een tafel voor 12. Gezellig en veel drank.

 

De volgende dag gaan we Gibraltar in. Door een poort lopen we  naar de Mainstreet van Gibraltar. Gibraltar is een rare mix van Spaans en Engels. De omgeving en de warmte is Spaans maar de winkels en de taal Engels. Voor je gevoel klopt er iets niet. Natuurlijk hebben we ook de apen op de rots gezien.

 

 

Terug op de boot begint Guido begint met zijn “klussen to do list”. Hélène maakt een begin met schoonmaken en wassen draaien.  Aan het eind van de middag hebben we samen behoorlijk wat gedaan. ’s-Avonds bewerkt Hélène Guido’s haar met de recent gekochte tondeuse. Geen slecht resultaat, maar wel superkort. Standje 1 was Guido al eerder op zijn werk beloofd en nu heeft hij het gekregen ook.

 

 

We nemen afscheid van Adagio. Ze varen samen met de ouders en zus van Sidney een stukje de middellandse zee op. Wij gaan richting Madeira. Dit staat nog op ons verlanglijstje, voordat we naar de Canarische Eilanden gaan. We moeten nog veel doen om op tijd weg te komen. De laatste boodschappen, betalen, schip klaar maken voor vertrek. Het is altijd weer gestress. Dit keer extra, want in de haven wordt het snel laag water en dan kunnen we er niet meer uit.

 

Om 10.00 varen we uit. Eerst getankt. De laatste keer was in Nieuwpoort, dus het mocht wel weer. Om 10.30 varen we uit en laten we de rots van Gibraltar achter ons. Op naar Madeira. Een reis van naar schatting vijf dagen. Dit wordt de grootste tocht tot nu toe. In de Golf van Gibraltar zien we een supergroot zeiljacht.

 

 

We hebben een voordewindse koers en stroom mee door de straat van Gibraltar. Ideale omstandigheden om te vertrekken. Over de grond lopen we soms meer dan 11 knopen. Aan het eind van de middag gaat de wind liggen en dobberen we over de shipping lane. We eten pizza en broodjes kebab, dat gaat er prima in. Het laatste stuk van de shipping lane zetten we toch maar even de motor bij, nu het wel erg druk wordt met tankers en vrachtverkeer. Guido gaat even slapen, omdat hij de nacht wacht gaat houden.

 

De zon gaat onder en het is nog steeds windstil. We strijken de zeilen en gaan op de motor verder. Als de kinderen in bed liggen, luisteren we nog even naar Hans Teeuwen en drinkt Hélène nog een biertje (Guido heeft de eerste  wacht). Om 23.00 gaat Hélène naar bed en slaapt als een roosje. Guido houdt de hele nacht de wacht. ’s-Nachts moet hij langs de Marokkaanse kust de ene na de andere vissersboot ontwijken. Voor het eerst liggen lijnen ook zichtbaar in het water. Gelukkig hebben we een rope-cutter. De vissersboten schijnen agressief om zich heen en varen achter ons aan. Heel irritant! Waarom gebruiken ze niet gewoon de marifoon of markeren ze de netten niet duidelijker? Dan de motor maar een tandje harder. Guido wordt steeds brutaler, schijnt terug met onze eigen schijnwerper en wijzigt nog maar nauwelijks van koers. Om 4.00 nog een spannende situatie met twee trawlers, waar onze boot tussen zit. Later horen we dat Afrikaanse “vissers” hun netten expres kapot laten varen door passerende schepen om ze vervolgens tot stoppen te bewegen en op een dwingende manier enorme vergoedingen eisen. Gelukkig dat we harder voeren dan die brakke bootjes. Hélène merkt niets van dit alles. Om 7.00 wordt “Doornroosje” wakker.

 

De volgende ochtend nemen de golven en de wind langzaam toe en wordt het motoren minder comfortabel. Rond het middaguur hijsen we de zeilen. Een stevige aan-de-windse koers (tegen de wind in). Op naar de “tradewind” (met de wind mee)!! De zon laat zich de hele dag niet meer zien en er is een grauwe, grijze lucht. Dat voorspelt weinig goeds.

 

De wind neemt fors toe en de golven worden hoger en hoger. Er is een kruiszee, wat wil zeggen dat er twee verschillende golfrichtingen zijn. Echt een afzien koers!

 

 

De kinderen eten als enige nog echt goed. We hebben absoluut geen honger en eten vrijwel niets. Drinken doen we ook vrijwel niet. Niets smaakt meer. Tegen de schemer wordt de zee nog woester en de lucht donkergrijs We twijfelen of we nog een derde rif in het zeil zullen zetten. Maar het is niet echt een feest om nu naar buiten te gaan. Bovendien kan de snelheid daardoor fors afnemen waardoor je geen koers meer kunt houden op de metershoge golven. De golven vormen een groter probleem dan de wind. Wel zijn we blij dat we aan het begin van de middag gelijk een tweede rif in het zeil hebben gezet.  Dus halen we nu de fok iets meer in. Guido zet de radar aan, want met dit weer en met deze golven zien we helemaal niets meer. Achter ons zit een groot schip en voor ons ook.

 

Dan barst echt het noodweer los. Een enorme hoosbui. Je ziet letterlijk geen hand voor ogen. De boot die achter ons voer, vaart nu vlak naast ons (nog geen halve mijl). Dit zien we op de radar, maar nauwelijks als we naar buiten kijken. Aan alle kanten is water. Zo enorm veel water om je heen.. overal waar je kijkt. Een schuimkoppende zee, golven van twee kanten. Een regengordijn met donder en bliksem, het feest is compleet.

 

Het is heel gek , vlak voordat het losbarst en je alleen de dreiging van slecht weer ziet, wordt je toch wel wat nerveus en voel je een lichte angst voor wat er komen gaat. Maar als het dan eenmaal zover is heb je voor al deze gedachten en zorgen geen tijd meer. Dan heb je het te druk met opletten en andere praktische zaken.

 

 

Dan houd het onweer en de regen ineens op. Nu zakt ook de wind bijna helemaal weg. We zitten in het oog van de storm. Guido start snel de motor om tegen de golven te blijven sturen. Hélène werkt ondertussen de kinderen weg in hun bed. We moeten allebei teveel onze aandacht bij het schip houden. Buiten is het pikkedonker. Geen sterren geen maan, aarde donker, met beukende golven. De kinderen vinden het een feest.

 

 

Guido zit achter de navigatietafel en zet koers zuidwaards. We gokken erop dat we dan wegvaren van het slechte weer (dat doorgaans naar noordoost beweegt). Alles besturen we van binnen. Een echte cockpit met piloot. Hélène zit standby op de bank. Wat gaat er nog komen? Na een uur lijkt het erop dat het allemaal minder wordt. In ieder geval geen onweersbuien meer. De zee blijft onverminderd beuken. Om 23.00 uur gaat Hélène slapen. Storm ligt naast haar. Ondertussen wachten we op nieuwe weersberichten van de navtex. Deze hadden er allang moeten zijn! Waar blijft die verrekte tradewind nou? We hadden ons dit tochtje zo anders voorgesteld! Lekker vijf  dagen voor de wind lekker luieren in de kuip, liggen in de zon, kinderen spelen met het badje. Niets van dat alles. We overwegen zelfs om terug te varen naar Lagos (Algarve). Alleen moeten we in verband met de golven daarvoor eerst nog iets langer deze koers doorvaren. Hélène voelt er weinig voor om terug te gaan naar Lagos. Hoe dan ook gaan we dus nog even door.

 

Tussen de wolken door komt er een zonnetje. Maar de golven en de wind gaan onverminderd door. Je wordt doodmoe van het tegen de golven inbeuken. De golven komen ook nog steeds van twee kanten. De kinderen houden zich heel erg goed. Dide heeft de beste zeebenen; ze sjouwt met slecht weer met pop van voor naar achteren, zonder enig beklag. ’s-Morgens lezen we beiden een paar verhaaltjes voor, maar meer dan drie lukt niet, zonder misselijk te worden. Zelfs Guido heeft er goed last van! We draaien eindeloos CD-tjes met vrolijke kindermuziek. Storm en Dide zitten elk buiten voor een luidspreker. We eten nog steeds slecht. We kunnen nog steeds niet zonder misselijk te worden naar de keuken lopen. Laat staan om iets te eten in elkaar te flansen. Het blijft bij een paar crackers, een banaan en een muesly reep. Niet echt voer waar je fit van wordt. De kinderen eten echter alles op wat we ze voorschotelen. Vandaag vooral erg veel crackers. Ik beloof Storm tortelinies, zodra het weer beter wordt.

 

 

Guido stort ’s-middags in. Hij is voor het eerst zeeziek. Oorzaken: veel te weinig slapen en vrijwel niets gegeten en gedronken. De overbekende ingrediënten! Je hoopt en denkt dat het weer ieder moment beter zal worden, maar tot op heden blijft alles hetzelfde. Ieder uur kijken we op de navtex, maar daar blijft ieder bericht uit. Aan het eind van de middag besluiten we om Sidney te bellen, zodat we voor de nacht weten hoe het weer zich ontwikkeld. Sidney draait een weerkaart uit via internet en een half uur later hebben we het meest recente weerbeeld. Twee lage drukgebieden vlak bij ons. Een bij Lissabon, waarvan we het staartje hebben meegepikt en een bij de Canarische eilanden. En een hoog drukgebied onderweg van de Azoren. Het moet beter worden.

 

’s-Avonds lijken de golven minder te worden, al weten we niet of we al zo gewend zijn geraakt aan het gebeuk dat het zo lijkt, of dat het daadwerkelijk zo is. Gejuich: de navtex geeft weer een weerbericht. Voorspelling voor ons gebied: windkracht 3 of 4: prima dus. Binnen een uur roept Guido weer. Hij ziet lijkbleek en is misselijk. Hij duikt zijn kooi in. Hélène en Storm houden nu de wacht. Om de 8 minuten (snooze-tijd van het alarm) checken ze de radar, de autopilot en de windrichting en sterkte en kruipen terug op de bank. Storm legt dan heel lief het dekbedje weer over Hélène heen. ’s-Nachts wordt Guido wakker en neemt de wacht over. Al de hele dag hebben we geen schip gezien.

 

De volgende dag wordt het weer beter. De zee is aanzienlijk rustiger en de wind is zo’n 3 tot 4, met een lekker zonnetje. Om 12.00 uur bellen we nog een keer met Sidney, en het beeld wordt bevestigd. Hoera! We maken pizza’s in de oven. Even later is de zee echt vlak. Mooi moment om de kinderen in het badje te stoppen. Ze hebben net als wij al voor de vierde dag dezelfde kleren aan. Lekker ranzig, maar het kon even niet anders. En bovendien: who cares als je midden op zee zit. Ze genieten en spetteren er vrolijk op los. Een beetje badgel erbij: net een echt bad. Wat een enorm verschil met voorgaande dagen. Dit is prima uit te houden op deze manier!

 

 

Je kunt echt weer genieten van de meest primaire dingen. Nog even gebeld met het thuisfront. Natuurlijk even geïnformeerd naar de wereldsituatie. Dit alles staat allemaal heel erg ver van je af. De afgelopen dagen zijn we alleen maar bezig geweest ons een weg te banen door het slechte weer. Het bellen hebben we ook bewust uitgesteld. Het is moeilijk om te zeggen dat het goed gaat (want de boot hield het bijvoorbeeld prima), wanneer je jezelf verre van goed voelt.

 

’s-Avonds krijgen Storm en Dide de lang beloofde tortelinies. Ze staan allebei te springen wanneer we vertellen wat ze gaan eten. Ze eten samen met gemak de hele zak op. Zelf eten we guacemole en tacochips. Het smaakt ons prima. Inmiddels wordt het weer donker. Als je zo kijkt na alle huiselijke tafereeltjes aan boord, heb je absoluut niet het idee dat je midden op de oceaan zit. Het is erg rustig weer, bijna geen wind en we varen amper drie knopen. We weten dat we er nu zes in plaats van vijf dagen over gaan doen en dat is prima.

 

Het wordt nu tijd om de watermaker aan de praat te krijgen. Dit betekent dat we voortaan onafhankelijk zullen zijn van de wal. Stroom en water kunnen we immers zelf maken (generator en watermaker). Wel handig, als we bedenken dat de havens vanaf nu overvol zullen zijn met schepen die “wachten” op de oversteek van de oceaan.

 

We besluiten koers te zetten naar Porto Santo. Volgens de pilot is het hier beter toeven dan in Madeira. Mensen die op Madeira wonen gaan naar dit eiland toe om zich te onttrekken aan het toerismegeweld op Madeira. Daarnaast beschikt dit 41km2 grote eilandje ook nog eens over een Caribisch aandoend 9 km lang zandstrand. We krijgen er al helemaal zin in.

 

 

 

Daar aangekomen blijkt het helemaal waar te zijn. Porto Santo valt bij ons in de smaak. De meest typische omschrijving voor dit eiland is "gemoedelijk". Op dit eiland wonen zo’n 5.000 mensen en hebben veel mensen van Madeira een tweede woning. Het is echter totaal niet druk en 's-ochtends hebben we een strand voor ons alleen. Het is redelijk "rijk" (duidelijk geen achtergesteld gebied) met leuke terrasjes en restaurantjes, wat ons ook wel bevalt. Juist vanaf de dag dat we arriveren is het feestweek in Porto Santo. Er wordt herdacht dat Columbus hier jaren geleden voet aan wal zette (en trouwde met een oorspronkelijke inwoonster). Dat betekent leuke activiteiten, mini concertjes en straatartiesten voor de kinderen.

 

Tijd voor vakantie!

 

 

 

 

 

 

 

Door naar deel 5

Terug naar hoofdmenu