Dit verslag is voornamelijk een uitgebreid tekstverslag,
gebaseerd op de aantekeningen die Hélène tijdens de reis heeft opgetekend en
bevat relatief weinig foto’s. Dit laatste komt doordat aan het begin van de
overtocht de digitale fotocamera het begaf. We moesten het dus doen met een
beperkter aantal foto’s waar we uit konden kiezen (grotendeels ingescande
“traditionele” foto’s) en wat uitgebreidere beschrijvingen. Voor ons volgende
verslag (vanaf Grenada) ontvangen we de gerepareerde danwel nieuwe camera,
waardoor de vervolgverslagen er weer als vanouds zullen uitzien.
Het is dinsdag 27 november. Vandaag gaan we dan!
Gisterenavond nog geborreld met Batje en Laus, van wie steeds meer duidelijk
wordt dat ze dit jaar de oversteek niet kunnen maken vanwege Laus’ rugklachten.
We proberen de moed er nog in te houden, maar eigenlijk tegen beter weten in.
En na een dagje uitstel gaan we nu echt vertrekken, hoe vervelend we dit
contrast ook vinden. We ontbijten met z’n allen beneden bij de keuken. Daarna
ruimen we wat laatste dingen op en voeren we de laatste technische checks uit.
Het weggaan duurt toch altijd weer langer dan gepland. Nog op de valreep maken
we de thermostaat van de boiler schoon, want we willen wel warm douchen
onderweg en hij begon wat te sputteren. Om 11.30 zijn we er helemaal klaar
voor.
Vertrekken is altijd een heerlijk rustpunt. Als de trossen
eenmaal zijn losgegooid kun je echt helemaal niets meer regelen. We varen langs
het zeilschip “Britt” om ons vertrek aan te kondigen. Ze zijn één van de
laatste Nederlandse boten die nog in Tenerife liggen. Door de hele familie
worden we uitgezwaaid en uitgetoeterd. We varen de haven uit! We bellen met het
thuisfront om het heugelijke nieuws te melden dat we vertrokken zijn.
Zodra we
buiten komen, staat er direct een lekkere wind. Dit moet de acceleration zone
van Tenerife zijn (de wind is langs de kust zo’n 10 tot 20 knopen harder dan op
open zee). Gelukkig krijgen we ‘m nu van de goede kant. We hijsen de zeilen en
varen een ruime koers, heerlijk in het zonnetje. Al snel zetten we de zeilen
helemaal voor de wind (grootzeil en genua elk naar een andere kant). Even
zoeken hoe ze het beste staan, en dan varen we als een speer. We halen over de
grond topsnelheden van bijna 12 knopen. Euforische stemming, we vinden het
heerlijk. We eten soep en knakworsten met brood.
Enig nadeel aan deze koers is dat alle zeilen aan alle
kanten vast staan. Het grootzeil staat met een bulletalie (lijn die voorkomt
dat je een klapgijp krijgt) vast en de genua (voorzeil/fok) is uitgeboomd.
Mochten we iets tegenkomen onderweg, dan is dit niet heel erg handig uitwijken
zo. We zien geen verkeer om ons heen en laten dus toch maar alles staan voor de
nacht. Enkele graden uitwijken zal nog wel lukken en met de marifoon kom je ook
een heel eind.
Als later in de nacht de wind afneemt, maar de golven
onveranderd hoog blijven, klappert en stampt de boot. We vinden het geen goed
plan om in het donker en met veel zeegang de genuaboom eraf te halen en hopen
dus op meer wind. We slapen allemaal slecht. De zeegang blijft fors en het
geklapper en gebeuk van de zeilen en de golven geven ons weinig rust. Midden in
de nacht passeren we het laatste Canarische eiland El Hierro.
Zodra het licht is halen we de genuaboom weg. We leggen een
eerste rif in het zeil. Ook veranderen we de koers en varen ruime wind. De
zeegang is toegenomen en de wind loopt regelmatig op tot ruim 30 knopen. Een
goeie vuurdoop voor Gérard. Hij houdt zich naar de omstandigheden bijzonder
goed, maar een bijdrage leveren aan het zeilgebeuren of de huishouding, zullen
we nog maar niet van hem verwachten.
Overigens voelen
we ons allemaal best wel weeïg. Van eten komt weinig. De crackers en de bananen
doen het weer goed. Door het weeïge gevoel wordt je ook heel erg slaperig. We
slapen dan ook de hele dag om en om. Gérard zit het grootste deel van de dag en
nacht buiten. Storm en Dide hebben er weinig last van. Het is toch wel mooi om
te zien hoe ze bij iedere reis weer enorm snel aanpassen aan de nieuwe
situatie. Wel verandert er iets in hun ritme. Ze worden ’s nachts vaker wakker
en gaan dan lopen spoken.
Midden in de nacht zien we een enorm schip. Tot onze
verbazing ligt het stil. We moeten uitwijken want natuurlijk liggen we op
ramkoers…. Even later komen Storm en Dide tegelijkertijd bij ons in bed liggen.
Als Gérard ‘s ochtends de wacht overneemt, ligt de hele familie (vier mensen)
in ons bed op één oor.
Als je in de haven ligt, vergeet je hoe het is de om de
eerste dagen op zee te zitten. Bij iedere lange tocht moet je er eerst weer
even inkomen. En in die eerste dagen lijkt er geen einde aan te komen. En dan
plotseling heb je weer honger en wordt je fitter. Dit proces heet inslingeren.
Guido en Hélène zijn na drie dagen helemaal ingeslingerd. Bij Gérard zal het
nog een dagje langer duren.
We besluiten om tijdens de overtocht voortaan ’s middags
warm te eten. Op de derde dag staat er een uitgebreid pastamenu op tafel. Het
smaakt erg goed. Gérard probeert ook dapper een bordje mee te eten, maar dit is
niet echt een succes. Het bordje wordt aan de vissen gevoerd. ’s Avonds eten we
appeltjes uit de magnetron. Veel appels zijn nu al helemaal melig dus eindigen
ze in de magnetron als een soort appelcompote.
Tot nu toe hebben we nog weinig ervaring kunnen opdoen met
voordewindse koersen. We vinden het dan ook nog lastig om de zeilen goed
getrimd te krijgen. Als we voor de wind varen, schommelen we behoorlijk en
klapperen de zeilen regelmatig. De genua trekken we daarom vrij strak zodat
deze niet meer al te erg klappert. Hierdoor verliezen we weer snelheid. Dat is
dus ook geen ideale oplossing.
We lezen
Storm en Dide voor uit het Sinterklaas boek. Samen met opa maken ze tekeningen
voor de Sint. Twee stoomboten. Deze gaan, voordat Storm en Dide gaan slapen, in
hun schoen.
Ons wachtsysteem is grofweg als volgt: Guido doet het eerste
deel van de wacht van 21.00 tot 02.30 en slaapt van 2.30 tot 9.30. Hélène doet
het tweede deel van de wacht van 2.30 tot 6.00 uur en slaapt van 21.00 tot 2.30
en van 6.00 tot 9.30 uur. Gérard doet het derde deel van de wacht van 6.00 tot
9.30 uur en slaapt van 21.00 tot 6.00 uur.
Zodra de kinderen wakker zijn, sprinten ze naar hun
schoenen. Kado’s!! Nieuwe lego en pepernoten. De rest van de ochtend vermaken
ze zich met de nieuwe aanwinsten. Iedereen is ingeslingerd! Zelfs Gerard kan
gewoon douchen en scheren, zonder daarna een kwartiertje buiten bij te komen.
We ontbijten uitgebreid met gekookte eitjes.
Opnieuw gaan we aan de slag met de zeilen. We zijn niet
tevreden over de snelheid met die genua zo strak gezet, terwijl we bijna voor de
wind varen. Guido maakt een uitboom constructie, waarbij de boom kan blijven
staan tijdens het reven of helemaal inrollen van de genua. Weer een
mijlpaaltje. We varen nu bijna voor de wind en het schip loopt prima. Kotter
erbij en we hebben weer enorm veel vaart
De
kinderen gaan in badje. Ze willen persé in het scooterbootje met het stuur. Ze
passen er amper samen in dus na vijf
minuten is het al huilen. Het hele badje is uiteindelijk geen succes.
Dide poept voor het eerst op het toilet. Ze weigert het
potje, deze fase slaat ze over. Als Storm op de wc zit, bestudeert ze precies
hoe het moet. Nu kan ze het ook.
We signaleren dolfijnen rond de
boot. Ze zwemmen en springen rond de boeg. Erg leuk. We bekijken ze met z’n
allen op het voordek.
Om 19.30 liggen de kinderen in bed
en zitten we met z’n drieën lekker buiten in de kuip. Het is een prachtige
avond en nacht. Je zit buiten, maar hebt toch niet het idee dat je op een boot
midden op de oceaan zit. Bijna volle maan, de nodige sterren en een prima
temperatuur. We zitten heerlijk buiten en hebben diepzinnige gesprekken, wat
past bij het moment, daar midden op de oceaan. Later in de nacht zal Hélène nog
gezelschap krijgen van een paar dolfijnen.
Om 22.00
gaan Hélène en Gérard naar bed en begint Guido met de eerste wacht. De
slaapploeg doet geen oog dicht. Het lijkt wel alsof ’s nachts de wind en de
golven toenemen. Dat is toch heel anders dan in Nederland, waar de wind ’s
avonds juist vaak afneemt. Bovendien wordt ’s nachts elk geluidje, elk zeilbeweging,
elk klotsje en elk golfje uitvergroot. Samen met het wennen aan het idee dat we
nu midden op de oceaan zitten, ver van de bewoonde wereld, bevordert dit het
slapen niet.
Om 3.00 uur neemt Hélène de wacht over. Buiten zitten is
voor haar de beste remedie om wakker te blijven. Al snel krijgt ze gezelschap.
Ook Gérard komt kijken. Hij heeft geen oog dicht gedaan. Samen met Storm loopt
Hélène haar hele wacht. Ze kletsen en snoepen zich de nacht door. Om 6.00 neemt
Gérard het over en gaat Hélène slapen.
Ze wordt om 8.00 uur weer wakker gemaakt door Storm en Dide
die alle twee een plekje proberen te veroveren in haar bed.
Op de vijfde dag zijn we het beu. Wat een nacht! Dit willen
we niet meer. We zijn hartstikke moe. En daardoor ook extra snel geïrriteerd.
Guido is daarnaast ook behoorlijk uit z’n humeur want onze digitale camera
heeft het begeven door een onherstelbare breuk in een pietepeuterig
connectortje. Na nog een laatste poging op het apparaat aan de praat te
krijgen, geeft Guido het op. Balen. Geen digitale foto’s van deze reis.
De vermoeidheid heeft grotendeels te maken met de koers die
we varen. Doordat we recht voor de wind varen, rollen we over de golven, die
van achteren inkomen. Soms ietsje van links, soms ietsje van rechts. Op één oor
liggen, waardoor je aan één kant in je bedje wordt gedrukt is aanzienlijk
lekkerder. Guido laat de nodige berekeningen los op de koers en de te varen
route. Na een middag experimenteren en rekenen zijn we er uit…..
We stoppen met het voor de wind varen! We gaan de route
afkruisen. Een ruime koers varen, met beide zeilen aan één kant. Met de wind
minimaal 40 graden van opzij. We zullen op deze wijze aanzienlijk meer mijlen
maken (zo’n 30% meer afstand), maar dat zal deels gecompenseerd worden door een
hogere snelheid (zo’n 20% sneller). Het belangrijkste resultaat hiervan: we
hebben geen geklapper en varen een rustigere koers over één kant. Wel zullen we
zo nu en dan overstag moeten om niet te ver van de route af te wijken.
’s Middags
geknutseld met Storm en Dide. We maken twee sinterklazen van papier en watten.
Storm is verbaasd over het resultaat. Dide snapt nog niet echt wat de bedoeling
is en nadat alle watten zijn opgeplakt gaat ze alles er weer vrolijk eraf
plukken. Guido kookt. Babi Pangang. We hebben in geen tijden zo goed gegeten
als de afgelopen dagen op zee. Bij de Corte Ingles hebben we vlees laten sealen
waardoor je het zeker twee weken in de koeling kan bewaren. We vertrouwen er
niet op en besluiten een week korter als veiligheidsmarge te hanteren. Dus
alles moet in sneltreintempo op. Daarna nog lekker een toetje en we kunnen er
weer een nachtje tegen.
Sinds onze nieuwe koers varen we in een enorm tempo. We gaan
dik 8,5 knoop. Bijkomend en niet onbelangrijk voordeel is dat we veel minder
schudden. We beginnen wat vroeger met wachtlopen, want we hebben nog wat slaap
in te halen.
Iedere keer neemt ’s avonds de wind toe. We hebben nu
windkracht 7. We hebben vol tuig opstaan en dat voelen we. Om 3.00 neemt Hélène
de wacht van Guido over. Ze leest heerlijk een boek tijdens haar wacht. Als je
wacht houdt, merk je ook dat het allemaal minder spannend is dan dat het in je
bed lijkt. Ongeveer ieder half uur komt Dide even kijken. Om 4.00 lezen ze
samen het boekje van sinterklaas. Hierna valt Dide echt in slaap.
De kinderen zijn de volgende ochtend weer erg blij met hun
kadootje in hun schoen. Een videoband en een CD van Ernst en Bobby. We zetten
ze voor de televisie en ze zijn gelijk weer een uurtje zoet. Om 10.00 belt
Sidney. Alles gaat goed. Ze varen nog steeds voor de wind en hebben hetzelfde
weerbeeld als wij. Ook zij hebben behoorlijk last van de golven. Wel blijven ze
voor de wind varen.
Met z’n
allen eten we buiten in de kuip. Dide gaat al vrij snel weer terug naar bed.
Nog wat slaap inhalen van vannacht. Storm zit gezellig met Guido te kletsen.
“Pap hoe heet het eiland ook alweer waar we morgen naar toe gaan?”. “Barbados,
maar we moeten nog een heleboel dagen varen”. “Hebben ze daar ook een Hec
Donalds?”. “Vast wel”. “Pap mag ik vanavond weer mijn schoen zetten?”. “Dan
vraag ik aan Sinterklaas een skippybal, net als Julius en Sophie”. “Ik weet
niet of sinterklaas die nog heeft hoor!”.
De sinterklaas CD van Ernst en Bobby is absoluut een succes.
Storm en Dide liggen alle twee op de bank vol aandacht te luisteren. Wederom
babi pangang op het menu. Het lievelingsgerecht van Gérard tijdens deze reis.
De laatste tournedootjes moeten op en worden in dit gerecht kunstig verwerkt.
Tot nu toe wordt het iedere avond een kwartiertje later
donker. We zijn opgeschoven van 18.30 naar 19.30. Morgen zetten we de klok een
uur verder. Zodat we langzaam in het nieuwe ritme komen.
Tot nu toe hebben we ongeveer 30 procent van de totale
afstand afgelegd. Op de kaart lijkt het nog net niets. We hangen boven de
Kaapverdische Eilanden. Op de Navtex komen berichten binnen over de laatste
Hurricane “Olga” die nu vlakbij Miami raast. Vrij uitzonderlijk, zo laat nog in
het seizoen. Gelukkig zullen we er weinig van meekrijgen. Wel gaan we lekker
hard. Drie dagen achtereen zo’n 190 mijl per etmaal (190, 188 en 191 mijl).
Guido kijkt ’s-avonds de videoband van Arne. Hierin showt
hij zijn dochtertje Lola en doet uitgebreid verslag van Effectory. Guido vind
het fantastisch! Toch is het wel vreemd om midden op de oceaan deze beelden te
zien. Het werkende bestaan en onze zeilreis liggen wel heel ver uit elkaar.
Guido houdt vrijwel de hele nacht wacht. Hij heeft een
aardige modus gevonden om tijdens het wachthouden toch wat slaap te krijgen.
Hij zet de radar aan (range: 12 mijl) en zet de wekker op een half uur. Dan
gaat hij slapen op de bank in de saloon. Als de wekker gaat, kijkt hij goed op
de radar (hij klikt door de verschillende ranges: 6, 12, 24 en 32 mijl) en
steekt zijn hoofd naar buiten om te kijken of hij ergens een lichtje ziet. Zo
kan hij geen boot missen. Vervolgens gaat hij weer een half uur slapen.
Als Hélène en Gérard ’s ochtens wakker worden, ontbijten ze
buiten uitgebreid met de kinderen. Ze laten Guido lekker slapen. Ze hebben een
heerlijk relaxte ochtend. Lekker buiten een tijdschriftje lezen.
Om 11.00 uur wordt Guido wakker. Met z’n allen drinken we in
het zonnetje een colaatje en hebben we het over de Nederlandse politiek. Gérard
heeft onze volmachten en probeert nu ook onze stemmen te winnen voor de
verkiezingen in mei. We zijn nog niet overtuigd. ’s-Middags hangt Hélène de
keukenprinses uit en maakt ze een broccoli-quiche. Het smaakt perfect. Na het
eten maakt Guido met de kinderen maskers. Een piraat en een clown en voor
zichzelf een boer. Hélène en Gerard doen ondertussen een enorme berg afwas.
Dide telefoneert tot onze schrik met de afstandsbediening
van de autopilot (deze ziet eruit als een telefoon). Een verkeerde druk op de
knop, en de boot loopt compleet uit de koers met alle gevolgen van dien.
Als we de generator willen uitzetten, zien we dat ie geen
230V meer maakt. Wat is er aan de hand? Guido stort zich op de generator zodra
de kinderen op bed liggen. Om 23.00 uur (Nederlandse tijd) belt hij toch maar
met Simon. Ze komen tot dezelfde conclusie. Het ziet er niet goed uit. Er is
iets goed mis met het elektrische opwekgedeelte van de generator.
Om 24.00 uur stoppen we. Allemaal bekaf. Guido neemt de eerste
wacht. De wind is fors toegenomen. We varen weer tussen de 8,5 en 9 knopen. Met
vol tuig. Om 3.15 neemt Hélène het over. Ze gaat grotendeels buiten zitten om
energie te sparen door de radar niet aan te zetten. Om 5.00 uur neemt Gérard de
wacht over. De wind neemt alleen maar toe. Bij de overdracht van de wacht,
hebben Hélène en Gerard spijt dat we niet één of twee riffen hebben gezet, maar
besluiten Guido niet wakker te maken. Om 9.00 uur waait het dik boven de 30
knopen. Zware bewolking, donkere luchten, regen en regenbogen wisselen elkaar
af.
Storm luistert op de bank naar een CD en Dide ligt beneden
op bed met een berg boekjes. Nu kunnen we verder nadenken over de zeilvoering.
Wat zullen we doen? Hoe zal het weer zich verder ontwikkelen? Later in de
ochtend, de wind is inmiddels weer wat afgenomen, besluiten we te reven. Daar
voelen we ons allemaal lekker bij (een rif zetten is het zeil verkleinen, dit
gaat in stapjes). Guido wil één rif, Hélène twee. Tot nu toe is het iedere
avond en nacht feest, dus waarom vannacht niet? Na wat bakkeleien besluiten we
twee riffen te zetten. We hebben immers de afspraak gemaakt dat als er iemand
van ons vind dat er gereefd moet worden, we zullen reven. Verder hebben we de
ervaring van vanochtend nog vers in ons geheugen en laat een blik op de horizon
ons zien dat er donkere wolken hangen. De zeegang is fors.
Het wordt een flinke klus om het schip tegen de wind in te
sturen. De boot duikt letterlijk in de golven. Guido krijgt goeie hoeveelheden
water over zich heen. Gelukkig voor hem is het zeewater warm. Hierna gaat Guido
verder met de generator en probeert Hélène te koken. Een lastige opgave, want
de golven komen deze keer recht van opzij. Na een uur heeft ze een pasta
gefabriceerd. We laten de kinderen op de grond in de keuken eten. De meest
stabiele plek van de boot. Ze vinden het prima.
Daarna eten we met z’n drieën buiten. Guido baalt er
behoorlijk van dat de generator kapot is en baalt er nog meer van dat hij niet
in staat is om hem weer aan de praat te krijgen. Hij zit uren de manual te
bestuderen en verdwijnt dan weer vol goede moed in het motorruim om aan de
generator te sleutelen. Helaas zonder het beoogde resultaat. De motor van de
generator loopt wel, maar hij maakt geen 230 volt. Er lijkt dus iets aan de
hand te zijn met de spoelen. Geen klusje dat je even op zee uitvoert (op land
overigens ook niet hoor, maar daar komen we later pas achter).
Ook Hélène is wat uit haar humeur omdat ze weinig slaapt.
Dit komt onder andere doordat ze gebroken wachten heeft. Daarom besluiten Guido
en Gérard dat Hélène vannacht geen wacht hoeft te houden. Ze mag een nachtje
doorsnurken. Om 06.00 uur hoort ze aan één stuk door de autopilot piepen.
Gérard is met Dide op schoot in slaap gevallen en niets maakt hem wakker. Dus
neemt ze het over.
De kinderen worden vroeg wakker. We hebben de klok een uur
naar voren gezet, maar de kinderen kunnen nog geen klok lezen. Dus om 07.00 uur
zitten ze samen crackers te eten en om 08.00 uur zitten ze samen met opa te
kleien. Buiten is het warm maar erg bewolkt. Regelmatig moeten we alle ramen
afsluiten voor de regen. De riffen die we hebben gezet, hadden absoluut niet
gehoeven. Het is sterk, maar nu we riffen hebben gezet, neemt voor het eerst de
wind ‘s nachts niet toe. Guido haalt ze er weer uit.
De dag verloopt op zich rustig, maar rommelig. Het is 5
december. We zijn nog niet echt in de stemming voor sinterklaas. We besluiten
pakjesavond voor de kinderen daarom maar te verschuiven naar de volgende dag.
We beginnen vrijwel direct na het eten aan ons wachtsysteem. Gérard en Hélène
duiken vrijwel gelijk met de kinderen in bed. Voor het eerst een extreem
rustige nacht. Weinig zeegang en een heerlijke koers. Ze slapen als een blok.
Guido moet zijn best doen om Hélène om 02.00 uur wakker te maken. Om 05.00
neemt Gérard het van haar over. Hij heeft acht uur aan een stuk door geslapen
en is helemaal uitgerust.
Guido en
Hélène slapen door tot 10.00 uur.
Gérard houdt de kinderen uit onze buurt, hij bouwt kastelen
met ze. We zijn allemaal uitgerust. Bovendien is het eindelijk mooi weer. Zo
moest het de hele overtocht zijn. Zo was het volgens ons ook beloofd “in de
folder”!
We ontbijten buiten in het zonnetje. Sinds de afgelopen
nacht zijn we over de helft. Dit betekent dat het land zich niet meer van ons
verwijdert, maar juist dichterbij komt. We doen het rustig aan vandaag. Wel
krijgt Hélène direct de neiging om alles schoon te maken. Dat vinden Gérard en
Guido natuurlijk prima en laten haar vooral haar gang gaan.
Op 6 december om 16.00 uur eten we “traditioneel”
erwtensoep. Smaakt overigens prima met 25 graden en een zonnetje. De
traditionele vanillepudding met appeltjes kunnen we niet maken, want de custard
is nergens meer te vinden. Na het eten gaat Hélène met de kinderen taaipoppen versieren.
Storm vind het helemaal geweldig. Vol ijver stort hij zich op zijn pop. Dide
stort zich vol ijver op het leegeten van alle snoepbakjes.
Dan wordt er plotseling op het luik geklopt en een hand
pepernoten wordt naar binnen gegooid. Storm kijkt verschrikt op. Sinterklaas?
Buiten op het voordek staat een mand met kadootjes. Storm begint gelijk uit te
pakken. Dide staat te springen bij al dit moois. Het is helemaal feest.
Playmobil, boekjes, CD’s, nieuwe kleertjes voor de pop Bo. Na het uitpakken wordt
er druk gespeeld met alle nieuwe aanwinsten. Ieder in zijn eigen hoekje.
Als de kinderen in bed liggen, drinken we met z’n drieën een
glaasje wijn. De eerste wacht doet Hélène. Guido neemt het om 03.00 uur over en
Gérard om 06.00 uur. Wederom een rustige nacht. Rond de 20 knopen wind en een
rustige zeegang. ’s Ochtends wassen Gérard en Guido samen af. Hélène zit
heerlijk buiten in het zonnetje. Hij lijkt inderdaad wel alsof we dichter bij
de Carieb komen. Veel zon (overigens ook veel wolken) en de zee lijkt blauwer.
Volgens Guido komt dit laatste door de stand van de zon.
’s-Middags kookt Hélène Mexicaans: guacamole en tortilla’s
(dit keer vegetarisch, want het niet-ingeblikte vlees hebben we al overboord gezet).
De wind en de golven nemen in de loop van de middag toe. Af en toe vlagen van
35 knopen. Hélène wil graag een rif zetten. Anders zit ze de hele nacht
zenuwachtig naar de windmeter te kijken en spijt te hebben. Guido denkt dat de
vlagen tijdelijk zijn en vind het niet echt nodig. Eigenlijk heeft dit er ook
mee te maken dat hij geen zin heeft om een rif te zetten. Maar de afspraak is
dat als één van ons een rif wil, dat we dan een rif zetten. Dus Hélène achter
het roer en Guido enkel gekleed in boxershort (hij heeft inmiddels wat ervaring
opgedaan hoe nat hij wordt) naar het voordek.
De golven zijn alweer heel erg hoog en spoelen zowel het
voordek als Guido schoon. Een rif leggen gaat steeds beter en sneller. Bij het
vieren van het grootzeil loopt de lijn vast om de lier. Gérard en Guido
proberen hem los te trekken maar zonder resultaat. Dus moeten we weer tegen de
wind in. Weer maken we een duikvluchten en klimpartijen op de behoorlijk hoge
golven. Hélène zoekt naar een goed moment om weer op koers te komen. Het gaat
goed.
We zijn al snel blij met ons rif. De wind neemt inderdaad
alleen maar toe. En daarmee ook de zeegang. We leggen de kinderen in bed en
ruimen op. Het is een zooitje in de boot. Met name Hélène wordt er altijd heel
erg chagrijnig van. Om 22.00 uur, als we op het punt staan om naar bed te gaan,
komen we erachter dat het raampje van de douche voorin de boot open gestaan.
Deze doucheruimte gebruiken we als voorraadhok. Tijdens het reven is er veel
zout water in dit voorraadhok gekomen. We balen enorm, maar er zit niets anders
op dan de doucheruimte leeg te halen en schoon te maken.
Gelukkig
liggen we ondanks de hoge golven lekker stabiel in het water. Overal zit zout
water, zelfs in onze zojuist aangeschafte boxen. Hou kan dat nou? Welnu: via de
sluiting kan water naar binnen sijpelen. Handig! Weer wat geleerd: eerst dozen
aan een waterproef onderwerpen.
Inmiddels staat de hele keuken en gangvloer vol met blikjes.
Tot overmaat van ramp valt een van de zwaarste dozen van de bank en scheurt aan
alle kanten open. Nog meer blikjes! Om 23.00 uur zijn we klaar. We maken een
foto van de zooi en drinken een biertje. Zo, dat hebben we weer gehad. Morgen
de douche weer inruimen. Klaar!
Waar is die verrekte tradewind nou zoals ons van alle kanten
beloofd is? Van iedereen die deze tocht wel eens heeft gemaakt, horen we dat
het hartstikke relaxed is. Alleen maar boeken lezen, muziekje luisteren,
vissen, BBQ-en. Om deze reden bestond de belangrijkste voorbereiding op de
tocht uit het goed geïnstalleerd krijgen van de BBQ (waarvoor overigens
hartelijk dank lieve vrienden!!!). Verder hebben we in Tenerife nog de nodige
flying lours gekocht en bij iedereen adviezen opgedaan hoe je het best kan
vissen. Eén van de tips was om met 5 knopen te varen en het aas net buiten je
eigen kielzog houden. Met deze wind en snelheid een onmogelijke opgave. We
varen aanzienlijk harder en een kielzog is nauwelijks te zien.
Ondanks het feit dat we, doordat we kruisen, veel extra
afstand afleggen, liggen we goed op schema. Zo als het er nu naar uit ziet zijn
we er in 16 dagen. Wel vinden we het zeilen met deze zeegang best vermoeiend.
Iedere handeling kost veel energie. Gelukkig varen we een ruime koers. Recht
voor de wind moet het met deze zeegang erg vervelend zijn.
We komen er nogmaals achter dat zeegang aanzienlijk
vervelender is dan harde wind. Dit hadden we, voordat we uit Nederland
vertrokken, nooit zo beseft. Je kunt beter windkracht 8 hebben met een redelijk
vlakke zee, dan windkracht 4 met forse zeegang. Later in Barbados horen we dat
mensen die een week na ons zijn vertrokken dezelfde zeegang hadden als wij, met
weinig wind. Helemaal vervelend dus! Nog een week later, hadden mensen het weer
uit “de folder”: weinig zeegang en windkracht 4. Deze mensen hebben midden op
zee hun zeilen laten zakken en zijn even gaan zwemmen. Iets wat tijdens onze
reis absoluut onmogelijk was (los van de vraag of we dat zouden durven).
We ontbijten met z’n allen in de kuip. Storm en Dide zijn in
de ban van de Frosties (mierzoete cornflakes). We hebben in Tenerife veel
kleine pakjes ingeslagen met verschillende smaken. Altijd weer een feest. Op
een of andere manier krijgen we de sateliettelefoon niet aan de praat. Guido
demonteert de unit en schroeft de hele handel open. Het is wel gek. Gisterenavond
hebben we er nog mee gebeld. Wat is er in die tussentijd gebeurd? Guido ontdekt
een kortsluiting in de printplaat, maar heeft geen flauwe notie waar hij het
verder moet zoeken. Voorlopig dus geen contact met het thuisfront. We hopen dat
ze zich niet al teveel zorgen maken. Gelukkig hebben we ze al laten weten dat
we door de generator weinig energie hebben, dus we hopen dat ze er begrip voor
hebben dat ie “uitstaat”.
We maken het een beetje de dag van de kinderen. Dus eten we
pannenkoeken. Storm en Dide vinden het heerlijk. Guido loopt de hele nacht
wacht en laat de anderen slapen. Hij vond dat ze er een beetje “doorheen”
zaten. Slapen helpt daartegen altijd.
Voordat het donker wordt, nemen we altijd een gok. De wind
staat overdag doorgaans recht in de richting van Barbados (west, 270 graden).
Aangezien we hebben besloten met ruime wind te varen, moeten we dus óf kiezen
voor een koers op zo’n 310 graden (iets noordelijker dus) óf voor 230 graden
(iets zuidelijk dus). Het probleem is alleen dat er ’s nachts vaak squalls
(plaatselijke buien) komen die de wind tijdelijk fors doen veranderen. Dit
betekent voor ons dat we soms, wanneer we verkeerd gokken, 350 tot 360 graden
varen. Recht naar het noorden toe, richting Canada en soms 180 tot 190 graden:
naar de zuidpool. Dat moeten we dan de volgende dag weer goed maken. Soms
gokken we ook goed en varen we recht op het doel af. We zien dan dat ie een
goede VMG op de klok aangeeft (Velocity Made Good à snelheid
richting doel) aangeeft, wat ons doet glunderen.
Af en toe doen we een poging om via de marifoon de Britt
(een dag na ons vertrokken) of de Lightness of Being (een dag voor ons
vertrokken) op te roepen. Misschien willen zij wel even bellen met het
thuisfront. Gérard maakt zich namelijk wat zorgen over zijn vrouw Anke. Met
haar had hij afgesproken eens per twee dagen contact op te nemen en misschien
maakt ze zich nu ongerust. Maar we krijgen geen reactie. Dit is op zich niet
gek: het bereik van de radar is zo’n 40 mijl en de zee is onmetelijk groot.
Aan het eind van de middag halen we het zeil naar beneden.
Eén van de zeillatten is gebroken. De restanten halen we eruit, voordat ze het
zeil kunnen beschadigen. We zijn wederom drijfnat van deze manoeuvre. De golven
blijven onveranderd hoog. Nadat we gedouched hebben, werken we aan de zeiltrim.
We halen er nog een halve extra knoop snelheid uit. Lekker als je weet dat de
boot optimaal getrimd is.
Het is
heel apart om met een schip van dit kaliber de oceaan over te varen. We liggen
ondanks de hoge golven behoorlijk stabiel in het water en het leven aan boord
voelt als het leven in een appartement. Iedere dag douchen we met warm water,
luisteren we naar muziek en kijken de kinderen video. Ook het koken doen we nu
best uitgebreid, nu we een opstapper aan boord hebben en er geen restaurants in
de buurt zijn. We voelen ons nooit onveilig aan boord. Dat hebben we helemaal
als we ’s avonds met z’n allen buiten of binnen aan tafel zitten, met de zeilen
gezet, een biertje in de hand en de radar aan. Af en toe moeten we elkaar eraan
herinneren dat we zo’n 2.000 km van het dichtstbijzijnde land af zitten met 5
kilometer water onder ons. Dat brengt je weer met beide benen aan de grond.
We zien in golven bij de avondzon enorme vissen. We denken dat
het walvissen of potvissen zijn. Ze zijn 5 tot 7 meter en laten zich meeglijden
met de golven. Sommige zijn nieuwsgierig en zwemmen vlak naast de boot. Zo nu
en dan duikt er een boven water en zie je een snuit, een waterfontein en een
vin. Erg indrukwekkend. Het is jammer dat het niet windstil is. Dan hadden we
ze echt goed kunnen bekijken. Later op de middag zwemmen er ook nog een paar
vrolijke dolfijntjes naast de boot. Ze springen een paar keer uit het water
zoals in een dolfinarium en verdwijnen weer. We eten kipsaté met rijst en
gebakken aardappeltjes.
’s-Avonds tijdens de wacht zien we ineens verschillende
zeilboten. Ze varen vlak achter elkaar aan. Met één zitten we tot een halve
mijl op ramkoers. Uiteindelijk besluit Guido om bij te sturen, terwijl de
andere boot duidelijk uitwijkplichtig is. Wat een mafkees! Wil zeker de ARC
winnen. We varen er maar achter langs. Het is weer voor het eerst sinds zes
dagen dat we boten zien.
We houden
de dagen niet meer uit elkaar. We zijn nu bijna twee weken onderweg, maar soms
lijkt deze oversteek één lange dag. Het enige onderscheid tussen de dagen is
nog de warme maaltijd. Hélène heeft wel weer zin in land en is nu echt aan het
aftellen. Ze geeft aan dat ze lange overtochten minder leuk vind dan verwacht.
Misschien heeft dat er mee te maken dat we tot op heden, wat de weerssituatie
betreft, nog geen rustige lange overtocht hebben gehad.
Na deze tocht komen er alleen maar dagtochtjes. We hopen dat
dit weer een hoop goed maakt en de zin op volgende grote overtochten vergroot.
Vandaag brak de smeerreep van het eerste rif (de lijn die
het zeil naar achteren trekt). Het zag er al een tijdje naar uit. Maar nu na
anderhalve dag gebeurt het echt. Guido weer naar het voordek en Hélène achter
het roer. Gezien de toch wel harde wind leggen we een 2e rif erin.
Vandaag heeft Hélène geen zin om te koken. Guido wel, dus dat komt mooi uit. We
eten Thaise rundvleesreepjes. Prima, zo’n blik van de keurslager.
Aan het eind van de middag zien we weer walvissen. Door de stand
van de zon zie je ze goed surfen in de golven. Het zijn er deze keer enorm
veel. Wel twee uur lang zwemmen ze langs onze boot. Soms zwemmen ze met hun
buik naar boven. Deze is helemaal wit. Zijn dat dan orca of orca-achtigen? We
gokken maar wat en weten te weinig over deze vissen. Jammer dat we geen boek
hebben over vissen in de oceaan en hun trekgedrag. We zijn behoorlijk
nieuwsgierig waar ze naar toe gaan.
Als de
kinderen in bed liggen, drinken we in de kuip nog een biertje. Daarna starten
we met wachtlopen. Ons vaste wachtsysteem werkt heel erg goed. Het systeem
houdt ook in dat opa zich de eerste uren met de kinderen bezig houdt.
In het begin moesten ze (vooral Storm) hier weinig van weten
en renden ze heel hard naar onze kamer. Na een paar ochtenden hadden ze het
nieuwe systeem in de gaten. Nog een enkele keer probeerde Storm ’s morgens naar
ons toe te komen. Dan schoof hij op z’n buik door de boot naar onze hut in de
hoop dat opa hem dan niet zou zien. Nu is het al zo vertrouwd dat we ’s morgens
Storm horen roepen: “Opa opa, ik ben al wakker”. Een kwestie van wennen dus.
Het is mooi weer en relatief rustig (20 knopen wind). Aan de
zeegang zijn we al zo gewend dat we de golven van vandaag minimaal vinden. Goed
moment om de hengel er eens uit te gooien. Guido heeft prachtig lokaas gekocht.
Tot nu toe hebben we hier nog niet mee gevist. Met veel bombarie gooit Guido
het paarse inktvisje in het water. Storm volgt alles op de voet. En verwacht,
net als de rest overigens, ieder moment dat we beet hebben. Niets van dat
alles. Als het donker is halen we het hele zaakje weer binnen …. zonder vis.
Dide is
een beetje uit haar doen. Snel geprikkeld. Verder heeft ze sinds vanmorgen
uitslag in haar nekkie. Kleine rode puntjes met hier en daar een wit kopje.
Heel gek. We denken dat het warmte uitslag is. De afgelopen week hebben we de
klok drie keer een uur verzet. Dit zal ook wel z’n weerslag hebben op de
kinderen.
We hadden verwacht dat ze deze reis veel meer zouden slapen.
Maar dat is absoluut niet het geval. Storm is de afgelopen dagen ‘s middags op
de bank in slaap gevallen. Maar over het algemeen houdt hij het de hele dag
vol. Vrijwel iedere nacht worden Storm en Dide wakker en zitten ze een paar uur
wat te lezen en/of te spelen. Tegen de ochtend gaan ze weer slapen.
Storm mag vandaag kiezen wat we zullen eten. Gelukkig is hij
reuze voorspelbaar: “Tortelinies!!”. We eten buiten in de kuip in het zonnetje.
Aan het eind van de middag maken we foto’s van de zonsondergang. Best wel een mooie.
Overigens zien we tijdens deze reis weinig mooie op- en ondergangen van de zon.
Vrijwel altijd verdwijnt de zon in een laag wolken aan de horizon. Hetzelfde
verhaal ’s morgens vroeg. Het is veel bewolkter dan we hadden verwacht op open
zee. We zijn benieuwd hoe dat straks in de Carieb is. Nog twee dagen!
Als de kinderen in bed liggen, spelen we een potje scrabble.
Erg leuk! We zijn blij met de twee riffen, want het waait weer behoorlijk hard.
Meer dan 25 knopen met soms windstoten dik over de 35 knopen. Tijdens Hélène’s
wacht knapt de smeerreep van het tweede rif. Wat een klotetouwtjes! In de
Carieb maar eens vervangen voor wat stevigers. Om 5.00 uur maakt ze Guido
wakker. Hij slaapt net twee uur en wordt bloedchagrijnig wakker. Bij het zien
van de kapotte smeerreep en het vooruitzicht in het donker het voordek op te
moeten, wordt zijn humeur niet beter. De volledige verontwaardiging krijgt
Hélène over haar heen: “Mij in het holst van de nacht met harde wind en hoge
golven het voordek op jagen. Weet je dan niet welke krachten er werken? Ik kan
zo van het dek afspoelen. Denk maar niet dat je mij dan terug vind”. Dat is
natuurlijk niet zo aardig. Alsof Hélène hem voor haar lol wakker maakt. Het is
toch niet haar schuld dat het verdomde lijntje knapt.
Gérard sust ons een beetje. Reikt zwemvesten en lifelines
aan en we gaan aan de slag. We laten het zeil helemaal zakken, zetten de motor
aan en zetten de genua bij. Het gaat erg snel. Een prima manoeuvre voor midden
in de nacht. We kruipen terug in ons bed. Gérard neemt de wacht over. Het weer
is enorm wisselvallig. De hele nacht zijn er plensbuien. Ook de rest van de dag
blijft het dit weer: de ene na de andere stortbui. Als het binnen veel te warm
is geworden en net alle ramen weer zijn open gezet om een beetje door te
luchten, barst de volgende plensbui los. Verder is het enorm benauwd.
Om
stabieler op het water te liggen, gaan we het grootzeil hijsen. Dit keer met
drie riffen erin. We willen wat vertragen om niet ’s nachts aan te komen.
Overigens maakt het nauwelijks wat uit, want ook gereefd blijven we hard varen,
waardoor we grotere slagen zullen moeten maken om niet ’s nachts aan te komen.
Tussen de buien door gaan we naar buiten om het zeil te hijsen. Dat tussendoor
wordt middenin. Halverwege onze manoeuvre barst er namelijk een enorme hoosbui
los. Zo een hebben we de hele dag nog niet gehad. We zijn allebei zeiknat, tot
op de laatste draad. Overigens geen straf, want het regent warm water. En het
resultaat is er! Het snotlapje (het zeil met drie riffen is niks meer dan dat)
staat en we liggen nu aanzienlijk beter op de golven.
Tijd om te koken. Guido maakt babi pangang. Dat hebben we
deze reis nog niet gehad! Na de babi pangang doen we nog een potje scrabble.
Binnen deze keer, want het regent alweer. Wat zijn we toch tevreden met onze
deksaloon! Beschut tegen de regen, maar toch volop uitzicht en het gevoel
buiten te zijn.
Eindelijk kunnen we zeggen: “morgen zijn we in Barbados”.
’s-Nachts hebben we forse wind. Ruim 30 knopen. We zijn blij met onze drie
riffen. Ook de hele nacht blijft het regenen. Het is duidelijk geen squall maar
iets structurelers. De golven torenen hoog uit achter de boot.
’s-Morgens als het licht wordt, kunnen we nog steeds het
eiland niet zien. We gaan toch wel goed? De lucht is heel donkergrijs en laat
nergens meer een lichtpuntje zien. We besluiten de radar maar eens aan te
zetten. Op het beeldscherm zien we het eiland goed liggen. Het is nog geen 10
mijl van ons af. Het ziet er dus naar uit dat we er iets minder dan 17 etmalen
over gaan doen gaan doen. We hijsen het gastenlandvlaggetje van Barbados.
En dan in
één keer een donkere schaduw aan de grijze horizon. Niet echt het plaatje wat
je voor je ziet als je je een aankomst in Barbados (Caribisch, Tropisch,
Exotisch) voorstelt. Om de beurt gaan we douchen, want we zijn er over drie
kwartier. We varen met een boog om de ondiepten (shallows) in de richting van
de luwte van het eiland, waar de ankerplaatsen zijn. Toch lijkt het alsof de
golven alleen maar hoger worden.
Maar dan eindelijk zijn we achter het eiland en worden de
golven veel en veel minder. Wat een luxe: een zee met weinig deining. We
scheuren met een rotgang over het bijna vlakke water. Dit is mooi!
Guido doucht als laatste. Op dat moment neemt de wind
plotseling gigantisch toe en loopt deze op tot een dikke 40 knopen. Terwijl we
achter het eiland zitten! Omdat we halve wind varen, gaat de boot behoorlijk
schuin, ondanks fors gereefd grootzijl en genua. De gangboorden staan vol.
Het ziet er heftig uit (halve wind in plaats van ruime wind)
en is ook best heftig (het is per slot van rekening een storm). Gérard en
Hélène worden wat paniekerig, terwijl Guido staat te douchen. Gérard roept
“reven!”. Hélène drukt in lichte paniek op de verkeerde knop op de autopilot, waardoor
we nog verder aan de wind en dus schuiner gaan. Guido staat zich onder al dit
tumult ondertussen rustig af te drogen. Gérard en Hélène gillen Guido dat hij
moet komen en volledig gedesoriënteerd, nog op zoek naar boxershort en bril,
wordt van hem verlangt dat hij de koers herstelt. Hier hadden we even niet op
gerekend. In “de luwte van het eiland”, met het uitzicht op de “veilige haven”.
We besluiten om ongeveer 9.30 uur om de motor aan te zetten en de zeilen zo
snel mogelijk te strijken. We zijn immers vlak bij het eiland.
En dan…. geen water uit de uitlaat. Het laatste waar we op
zitten te wachten! Met een noodgang varen we op de zeilen vlak langs het eiland
(de haven voorbij). Terwijl Guido het ruim ingaat en Hélène de koers in de
gaten houdt. Het is gelukkig snel duidelijk wat er aan de hand is. De rubberen
ring van de wierpot (filter waterkoeling) sluit niet goed, waardoor de wierpot
lucht kan aanzuigen. Als de motor een tijdje stil heeft gestaan, gaat hierdoor
het vacuüm eruit, waardoor enkel nog lucht wordt aangezogen.
Impellor (rubberen waterpomp) eruit. Controleren. Geen
schade. Guido maakt uit een rubber matje een nieuwe afsluitring voor de wierpot
om er zo voor te zorgen dat deze goed vacuüm zuigt. Rustig uittekenen. Rustig
knippen, terwijl we op drie riffen met een rotvaart de verkeerde kant op razen.
Dag Barbados!
Het werkt! Na een half uur strijken we de zeilen en varen op
de motor op volle kracht terug. Nu echt richting Barbados.
We varen eerst
naar de ankerbaai. Kijken of we bekende boten zien. Het is immers leuk om na
zo’n overtocht je gezicht te laten zien. Bovendien kunnen ze ons dan per
marifoon vertellen wat de procedures voor Barbados zijn (in de twee pilots die
we hebben van het Caribisch gebied, staat niks vermeld over Barbados, alsof dat
geen Caribisch eiland is). Inmiddels is het wederom gaan regenen en ziet het
eiland er ongelofelijk troosteloos uit. Zeiknat van de regen varen we de
ankerbaai binnen. Geen Adagio, geen Britt, geen Lightness of Being, geen enkele
andere boot die we kennen. Best een teleurstelling.
Dan vragen we maar aan Port Control via de marifoon wat de
procedure is om binnen te lopen. Als we het goed begrijpen, moeten we aanleggen
in de haven vlak bij de markt. Op de kaart bepalen we welke haven dit dan moet
zijn en daar leggen we aan. Het ziet er niet naar uit dat dit een plek is waar
we geautoriseerd mogen liggen (overigens wel een mooi plekje, aan de kade,
midden in het centrum). Maar ja. We hebben vaste land onder onze voeten en zijn
aangekomen waar we moesten zijn. En dat is toch heerlijk!
Eenmaal aangekomen is het eerste wat we zoeken een
telefooncel. We bellen naar het thuisfront. Enigszins teleurgesteld concluderen
we dat ze totaal niet over ons hebben ingezeten. Dan kopen we een ijsje voor de
kinderen. Dat hadden we beloofd toen we in de storm aan het klooien waren met
de wierpot en de kinderen rustig moesten zijn. Vervolgens gaat Guido op zoek
naar de havenautoriteiten. Als hij ze eindelijk gevonden heeft, kijken ze hem
wat raar aan. Alsof hij uit het niets komt: hij mag helemaal niet aan land
zijn!! En waar ligt de boot dan?? Kortom: we hadden ons in een hele andere
haven moeten melden en geen voet aan wal mogen zetten totdat we waren
ingeklaard. Gelukkig zijn ze op dit eiland best wel relaxed en mag Guido terug
naar het schip om deze naar de juiste plek varen om in te klaren. Wat zou
overigens het alternatief zijn?
Maar waar zijn al die andere boten nu? Via het thuisfront
horen we dat de Adagio ergens op het eiland in een commerciële haven ligt. Dat
kan er maar één zijn, 15 mijl noordelijker op het eiland. Van de schepen Britt
en Lightness of Being nog geen spoor. Gelukkig zien we de volgende ochtend de
Britt binnenvaren. Ze waren in de nacht al aangekomen bij de autoriteiten en
gingen nu een plekje zoeken. We bedanken Kees nog even voor het weer (hij
schijnt een patent te hebben op slecht weer, dus het was niet handig om
ongeveer gelijk met hem te vertrekken). Hij hief zijn handen op en antwoordde:
“met genoegen!”.
Opa gaat ’s middags met de kinderen naar het strand, terwijl
wij de boot wat op orde brengen. Opruimen, wassen, schoonmaken. Omdat we Gérard
uitrusten met portofoon, hebben we wat contact via de VHF. Even later horen we
ook Sidney hier doorheen schallen. Hij heeft ons gesprek opgepakt en is
helemaal gerust dat we veilig zijn aangekomen. We hadden immers elke paar dagen
(satelliet)telefooncontact en dat is ineens gestopt. Xandra en Sidney durfden
hun champagnefles nog niet open te trekken bij aankomst, totdat ze van ons
hadden vernomen. Wel lief van hun! We nodigen ze uit voor een gecombineerd
champagnemomentje op onze boot later in de avond. Ze zijn op weg van de haven
naar de ankerplaats.
Eerst gaan we met de vaste bemanning eten langs het strand.
Het zogenaamde captain’s dinner. Gérard en de kinderen hebben al een tentje
uitgezocht in de buurt waar ze de middag hebben vertoefd. We landen met de
dinghy op het strand en laten het ons smaken. Als we na het eten in het donker
(het is hier om 18.00 uur al donker) vervolgens weer in onze dinghy willen
stappen om naar de Malmok terug te keren (we hebben immers Sidney en Xandra
uitgenodigd), is het best wel lastig om van het strand weg te komen. Er komen
relatief hoge golven aanrollen (absoluut gezien valt het reuze mee, maar voor
een dinghy maken ze het toch wel lastig). We zijn nog niet zo bedreven in het
wegvaren van het strand en als we de kinderen in de dinghy hebben gezet, komt
er een grote golf en deze vult in één keer de hele dinghy! Poefffff horen we en
we zien een soort rookwolkje. Shit, wat is dat? Is de dinghy lekgeslagen?
Gelukkig valt het mee en is het “slechts” Storms zwemvestje die zich opblaast.
Wel kost het nu enige moeite om in het stikdonker de kinderen te kalmeren, de
boot leeg te scheppen en om nu goed tussen twee golven weg te varen.
In de avond borrelen we met de bemanning van de Adagio en
wisselen we verhalen van de overtocht uit. Ineens vangen we op de marifoon een
gesprek op tussen de Britt en de Lightness of Being. De Lightness of Being is
ook aangekomen en ligt nog in de aankomsthaven. De volgende dag, als iedereen
wat is bijgekomen, borrelen we met z’n allen op het strand. De zon schijnt weer
volop en het eiland laat zich van haar goede kant zien. Barbados is inderdaad exotisch,
Caribisch en plezierig. Die aankomst was gewoon een test! We varen met z’n
allen met onze dinghy’s het strand op. De hot BBQ chicken wings smaken goed en
ook het carib-biertje en de punches zijn niet te versmaden! Ondertussen doet
iedereen verslag van de tocht. Het is niemand meegevallen, maar de sfeer van
het eiland, de steelband op de achtergrond en het uitzicht op een Caribisch
seizoen, maken een hoop goed.
Later horen we (of het waar is weten we natuurlijk niet) dat
we te maken hadden met een zogenaamde easterly swell. Dit is een bepaald
weerbeeld met harde wind en veel squalls dat vrij groot is en zich met 5 tot 10
knopen (even hard als een boot gaat dus) beweegt in westelijke richting
(dezelfde richting als de boot dus). Fijn dank je! Mensen die een week na ons
vertrokken zijn, hadden de naweeën hiervan (veel golven en weinig wind, wat
helemaal onplezierig is). En mensen die nog een week later vertrokken zijn,
hadden het weer zoals iedereen had gehoopt. Tja Kees, we hadden dus even moeten
wachten tot je in Barbados was aangekomen….
De dagen
op Barbados zijn heerlijk. Iedere dag naar het strand of het stadje of gewoon
in de buurt van de boot zwemmen en uitrusten. En iedere avond borrelen op het
strand.
Toch blijven we niet al te lang, slechts vier dagen.
Enerzijds omdat we Gérard terug moeten brengen naar Martinique, van waar hij
naar Nederland terugvliegt. Anderzijds omdat we iemand naar de generator willen
laten kijken, waar in Martinique meer en professionelere faciliteiten voor zijn
(waaronder de dealer van ons merk generator).
Adagio
vaart met ons mee. Ze varen naar Martinique om de ouders van Xandra op te
halen, met wie ze vervolgens de Grenadines (dit is een eilandengroep) gaan
bevaren.
Het tochtje is heerlijk. Dit is nu het weer, de wind en de
golven zoals ons beloofd is voor de overtocht. We genieten met volle teugen en
zijn ook blij dat Gérard iets van dat weer meepikt.
Eenmaal in Martinique aangekomen, besluiten we een dagje in
de haven te liggen, om de accu’s weer helemaal vol te laden, lekker verkwistend
te kunnen zijn met water en om op zoek te gaan naar de dealer van onze
generator.
De Westerbeke dealer is snel gevonden en constateert dat er
nogal wat mis is. Voor technisch geïnteresseerden: de waterlock is gaan lekken
en het zeewater heeft kortsluiting(en) veroorzaakt in het generatorgedeelte.
Hierdoor zijn de stator en de rotor kapot gegaan. Daarnaast is er iets mis met
de warmtewisselaar en de waterpomp. Laten dit nu net de duurste onderdelen van
de generator zijn! Het maken en vervangen van de onderdelen kost bijna
hetzelfde als het kopen van een nieuwe generator, dus besluiten we tot het
laatste. We hebben liever nieuw spul in de boot dan gerepareerd, en bovendien
krijgen we dan weer garantie.
Gérard trakteert ons op een afscheidsdiner in een zorgvuldig
geselecteerd restaurant op het eiland. Het is van een bekende kok, die in
Frankrijk zijn sporen heeft verdiend en het in Martinique rustiger aan wil
doen. Het smaakt heerlijk! De dag erna nemen we afscheid van onze opstapper.
Gérard heeft een tocht gehad die zwaarder was dan dat we hem hadden
voorgespiegeld, maar heeft zich bijzonder goed gehouden en was bijzonder
aangenaam gezelschap. Toch wel weer een gek moment als iemand waarmee je zo
intensief op een schip hebt geleefd, ineens met het vliegtuig vertrekt naar
Nederland.
We besluiten het rustig aan te doen en in Martinique te
blijven, totdat de moeder van Hélène (Anke) en broer en schoonzus (Geert en
Francoise) arriveren in Grenada. Dit betekent dat we rond de 17e
januari direct naar Grenada toe varen om gezamenlijk de Grenadines te “doen”.
De belangrijkste reden om dit zo te doen is dat er zo’n drie weken levertijd
zit op de nieuwe generator.
Gelukkig is het geen straf: Martinique is een heerlijk
eiland. Allereerst is het duidelijk een Franse kolonie, wat wil zeggen dat we
genieten van een caribisch-franse sfeer, iedere dag verse stokbroden en
croissants en een lekker glaasje wijn. Daarnaast beschikt Martinique over een fantastisch
tropisch regenwoud. Er zijn veel goede restaurants en ook mooie, maar wel erg
gecultiveerde (hotel)stranden vlak in de buurt.
We doen er de volle weken over om een zeillat te kopen en te
plaatsen en om de smeerrepen te vervangen. Ook omdat we het te “druk” hebben.
Het is namelijk een komen en gaan van leuke mensen in de haven.
De dag nadat de Adagio vertrekt richting Grenada, komt de
Kaskelot binnenvaren. Met aan boord Gerard en Bianca en hun zoontje Tristan. Ze
komen net uit St. Lucia en hebben de ARC gewonnen. Hij heeft als een bezetene
gezeild en zo’n beetje zijn hele tuig aan gort gevaren, om maar als eerste aan
te komen. En dat is ‘m gelukt. Waarvoor hulde Gerard!
Het blijken gezellige buren. Een dag later (eerste kerstdag)
gaan we met Bianca en Tristan naar het tropisch regenwoud. Wat is dat toch
fantastisch! Wat een dichtheid van bomen en groen. En wat een luchtvochtigheid!
Het regent er, terwijl op de rest van het eiland de zon schijnt. Door de
palmbomen, het vele bamboe en de lianen, verwacht je hier bijna apen te zien, maar dat is nu net niet het
geval. Die zitten op een kale rots in Gibraltar. Wat zit het leven soms vreemd
in elkaar….
Voor de kerstavond besluiten we gezamenlijk te dineren in
een van de vlakbij gelegen hotels. We kiezen het meest chique hotel uit. Met
voorbedachte rade. Hier hebben ze namelijk een mooi zwembad met ligstoelen vlak
bij het restaurantgedeelte. Als we nu de kinderen eerst in een crêperie
volgooien met pannenkoeken, kunnen we ze mooi laten slapen in de ligstoelen,
terwijl wij ondertussen lekker borrelen en eten.
Het pakt wat anders uit, maar is wel erg grappig. Van Storm
hadden we weinig last, hij was al snel vertrokken. Dide blijft echter volledig
wakker en struint op haar kromme pootjes langs alle tafels. Ook Tristan blijft
wakker, ondanks de verwoede pogingen van Gerard en Bianca om hem aan het slapen
te krijgen. Het diner verloopt door dit alles wat chaotisch, maar is daarom ook
een kerstdiner om nooit te vergeten.
Aan het eind, als alle restaurantgasten zo’n beetje weg
zijn, besluiten we te gaan zwemmen in het fraai aangelegde zwembad. Het zwembad
kijkt uit over de “skyline” van Fort-de-France. Het is zo’n zwembad, waarbij
het uitzicht op het zwembad overgaat in uitzicht op de zee. Met daarachter dus
die baai. Omdat Dide wakker is, mag ze ook zwemmen. Het is 01.00 uur. Wat is
het leven toch slecht…
Als Gerard, Bianca en Tristan een paar dagen later naar huis
vliegen, is de rust op de Malmok wedergekeerd. Niet voor lang, want de volgende
ochtend meldt de Britt zich. Met aan boord Kees en Lydian, Karen (13 jaar), Jan
(11 jaar), Sally (9 jaar) en Rook (7 jaar). Ze komen naast ons in de haven
liggen. Erg gezellig. Ook Storm en Dide vinden het fantastisch, want met name
aan Sally en Rook hebben ze hele leuke speelkameraden.
We besluiten samen oud en nieuw te vieren. We eten aan boord
van de Britt, gaan tevergeefs op zoek naar een leuke tent en borrelen
behoorlijk door op de Malmok. Als we ander nautisch vuurwerk in de lucht
signaleren, gaan we op zoek naar onze eigen set. Kees durft onze zwaar over de
datum zijnde, behoorlijk forse vuurpijl aan te steken en verliest hierbij bijna
zijn vinger. Verder is hij vijf minuten stokdoof. Maar hij brandde mooi en
lang!! Om half vier zoeken we in kennelijke staat ons bed op. Erg gezellig.
Een paar dagen later vertrekt de Britt naar een andere haven
voor wat werkzaamheden. We zoeken elkaar twee dagen erna op en huren elk een
auto om naar het regenwoud te gaan. Het wordt een erg leuke dag, met een
uitgebreid bezoek aan een botanische tuin, een verlate lunch of vervroegd diner
in een Creools restaurant en afsluitende borrel in St. Pierre: een mooi, maar
vergane-glorie stadje.
Ondertussen is de generator gemaakt, de zeillat vervangen en
zijn ook de smeerrepen vervangen. Holland Nautic heeft intussen in
sneltreintempo onze sateliettelefoon gerepareerd. We zijn dus helemaal klaar om
uit te varen. De havenmeester zien we een beetje zenuwachtig worden, want hij
wil ons eigenlijk de haven uit hebben, nu we klaar zijn met de werkzaamheden.
Hij vraagt ons iedere keer of we weten wanneer we weggaan. We willen in elk
geval blijven tot Dide’s verjaardag, waarna we doorvaren naar Grenada.
Aangezien we hebben geleerd dat oorspronkelijke inwoners van de Carib moeite
hebben met het veranderen van een eenmaal ontstane situatie, ondernemen wij in
elk geval geen actie en blijven wij naar de havenmeester buitengewoon vaag. In
het volgende verslag zullen we berichten hoe dit afloopt….