Terug naar hoofdmenu

 

Deel 9: Trinidad

 

In het pikkedonker varen we de Trueblue Bay (Grenada) uit, op weg naar Trinidad. Het is best wel spannend, want het is een smalle baai, er is geen maan en overal hoor je de golven breken op de rotsen. We houden strak koers op de GPS, want op onze ogen alleen durven we in deze omstandigheden niet te vertrouwen. We zien voor ons heel even kort een licht schijnen. Enige paniek in de tent. Direct zetten we de boot stil, controleren onze positie, kijken we met de schijnwerper en zetten we de radar aan. Alles lijkt goed. Ook varen we nog steeds in het midden van de baai. We varen stapvoets verder. Ineens zien we een op nog geen vijf meter afstand een piepklein donker vissersbootje met dito man erin. Gelukkig kunnen we nog net op tijd uitwijken en maken onze excuses naar de visser. Deze arme man moet zich echt helemaal doodgeschrokken zijn, toen hij het gevaarte recht op zich af zag komen.

 

Zodra we de baai uit zijn, staat er een forse zeegang. Dat valt even tegen. Ook de wind is harder dan verwacht. Een dikke 25 knopen. Volgens de voorspellingen is de wind de komende dagen stabiel, dus valt er weinig te vrezen. We zetten de zeilen en varen halve wind richting Trinidad. Prima koers en we halen een goede snelheid.

 

De eerste wacht loopt Guido. Hélène kan moeilijk in slaap komen, dus besluit ze na twee uur de wacht over te nemen. Guido slaapt heerlijk en pas tegen de ochtend lost hij Hélène af. Als het licht wordt, zien we Trinidad al liggen. Om 9.00 varen we binnen.

 

 

We moeten aanleggen aan de douanesteiger. Hier komen we te liggen naast een ongelofelijk brakke boot met een ondefinieerbaar gezelschap aan boord dat duidelijk voor het carnaval komt. Als eerste moeten we richting immigrations. Daar moeten we ons met de voltallige bemanning melden, ze willen immers alle gezichten zien. Dit is nieuw voor ons. Storm en Dide weten de rust in het immigration kantoortje aardig te verstoren.

 

We hopen dat het niet teveel opvalt dat we niet hebben ingeklaard in Grenada (er zitten nu drie dagen tussen onze laatste exit-stempel en onze aankomst hier op Trinidad). Alles loopt gesmeerd. Niemand stelt nog een vraag als Guido bespreekt waar we het beste heen kunnen gaan met het carnaval in Trinidad. Enthousiast begint de douanier te vertellen en hij lijkt niet meer te stoppen. Na het inklaren krijgen de kinderen weer voor het eerst sinds tijden een ijsje. Een grote knoeiboel, maar wel erg lekker.

 

We varen terug naar de baai en zoeken een plekje om voor anker te gaan. Het is een enorme drukte in verband met het carnaval. Er liggen nog twee Nederlandse boten: Rowy en Newlife. Gelukkig vinden we snel een prima plek in het midden van de baai. De baai is weinig sfeervol en je kunt er helaas niet zwemmen. Het water is behoorlijk vies door alle scheepswerven en door het olieplatform dat vlakbij ligt.

 

Om 18.00 varen we met de dinghy naar de kant om een hapje te eten in The Lighthouse Restaurant. Volgens onze gids is dit het beste restaurant van de omgeving.  Het eten is inderdaad erg goed en het uitzicht over de haven en de baai is perfect. 

 

De volgende dag start het beroemde carnaval. We besluiten om vandaag nog niet te gaan. De carnavalmaandag wordt ons namelijk afgeraden, omdat het een “wilde” dag schijnt te zijn, waarbij veel gedronken wordt en dus minder geschikt is om met kinderen heen te gaan. We blijven dus een dagje op de boot.

 

 

 

 

 

Als we rustig koffie drinken, valt ons ineens op hoe vies de meeste boten eruit zien. Alle boten om ons heen hebben bij de waterlijn een vieze zwarte smurrie. Zou het water in deze anchorage zo vies zijn?  Of liggen die boten hier al een eeuwigheid? Terwijl we dit bedenken, komt een dinghy voorbij. De man in de dinghy roept iets over zwart en dat hij het niet leuk vindt om te vertellen. We begrijpen niet waar hij het over heeft. Toch benieuwd door zijn rare tekst gaan we met de dinghy onze boot inspecteren. Dat ziet er niet goed uit! De waterlijn is één grote, vieze, zwarte massa. Getver!! Hoe kan dit?

 

Even later vaart Rob van de Rowy langs. Hij heeft vanmorgen via de marifoon opheldering gevraagd over de plakkaten ruwe olie in het water. Helaas kreeg hij een weinig bevredigend antwoord: “carnival joke”. Guido doet ook een poging via de marifoon. We krijgen een serieuzere reactie, maar nog steeds weinig actiegericht. Guido bekijkt onze nieuwe waterlijn. Volgens de instanties is heel belangrijk dat we foto’s maken van de schade als bewijsmateriaal. Naast foto’s van de Malmok maakt Guido ook foto’s van andere getroffen boten.

 

 

 

 

Ruwe olie is een dikke, vieze, teerachtige substantie. We kunnen ons nu voorstellen hoe het de vogels vergaat als er ergens olie wordt gedumpt. Letterlijk vastgeplakt in de olie. De vraag is nu: hoe krijgen we het er weer af? Een eerste poging met afwasmiddel levert niks op, behalve vieze handen, borstels en doeken. Aan het eind van de middag besluiten we om nog maar eens een poging te wagen. Dit keer met benzine, het enige dat na wat rondvragen écht schijnt te werken. Samen in de dinghy, gewapend met benzine en billendoekjes (waar ze al niet goed voor zijn), poetsen we de boot schoon. Nu kunnen we met een gerust hart morgen naar het carnaval!

 

De volgende dag staan we al vroeg in de startblokken. We zijn erg benieuwd naar dit grootse evenement en kunnen ons er nog bijzonder weinig bij voorstellen. We bereiden ons goed voor, want een ding weten we zeker: het zal behoorlijk druk zijn. Ook krijgen we van verschillende locals die we spreken waarschuwingen voor de criminaliteit rondom het carnaval.

 

Stel dat we de kinderen om welke reden dan ook kwijt raken, hoe komen ze dan weer terug? Storm krijgt een briefje in zijn zak met alle informatie en telefoonnummers. Dit mag hij alleen aan “een hele lieve mevrouw geven als hij ons kwijt is”. Bij Dide wordt het wat lastiger. Uiteindelijk besluiten we haar luier van de nodige teksten en nummers te voorzien. Het ziet er wel een beetje grappig uit als ze gaat zitten in haar jurk. Verder heeft Storm van ons vieren het meeste geld in zijn zakken en doen we onze horloges en sierraden af. We zijn er helemaal klaar voor!

 

We nemen een taxi naar Savannah Park (een reusachtig park), waar het allemaal gebeurt. De taxichauffeur verteld nog wat bemoedigende verhalen over vermoorde toeristen die natuurlijk net op de verkeerde plek waren geweest. 

 

 

 

 

 

 

Als we uitstappen, horen we gelijk de muziek waar het carnaval in deze streek zo bekend om is. Swingende calypso. Als we het park binnenlopen, zien we één grote gekleurde swingende massa die zich langzaam van de ene kant naar de andere kant van het park begeeft. Enorme wagens volgestouwd met boxen waar met veel geweld de muziek uit wordt geblazen. Daaromheen mooie vrouwen in prachtige gewaden en kleine met veel glamour en glitter bewerkte bikini’s die swingend de wagens volgen. De sfeer is heel erg vrolijk en goed en al snel drinken we de eerste biertjes mee. We krijgen veel aanspraak vanwege onze kleine ukkies. Dide is erg onder de indruk van alle kleuren en glitters. Ze voelt waar ze kan aan jurken en kralen en veren van de voorbijkomende stoet. De “indianen” willen dolgraag met de kinderen op de foto. Zijn helemaal vereerd. Ook krijgen de kinderen allebei een indianenveer. Het carnaval kan voor hun niet meer stuk.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aan het eind van de middag zijn we behoorlijk “dronken” van alle indrukken en gaan we met de taxi weer terug naar de haven.

 

De volgende dag is het de hoogste tijd om eens het één en ander te gaan regelen. Het is hier immers een walhalla aan watersportgerelateerde bedrijven en Trinidad blijkt een perfect plek om de boot uit het water te halen en in de antifouling (aangroeiwerende verf) te zetten. Om dit op ons gemak te kunnen organiseren, willen we eerst een paar dagen in de haven liggen. Dat stelt ons meteen in de gelegenheid om de boot van binnen in orde te maken en een paar wassen te draaien.

 

Volgens ons gidsje is de CrewsInn de haven met de meest uitgebreide en luxe faciliteiten. Je wordt hier behandeld als een hotelgast. Je kunt hier gebruik maken van het openlucht zwembad dat op 50 meter afstand ligt, de fitnessruimte en de airconditioned leeskamer met bibliotheek. Aan de steiger heb je naast water en elektra ook telefoonaansluiting en kabeltelevisie. Iedere ochtend wordt er een krant bezorgt op de boot en er is een delivery service voor eten aan boord. En er is een heerlijk restaurant op babyfoonafstand (het Lighthouse Restaurant).

 

 

 

 

De rest van de middag maken we onze website up-to-date en laten we ons verleiden om lekker te zwemmen. Morgen gaan we wel een start maken om het haulen (uit het water halen) en de aansluitende werkzaamheden te regelen. We hebben toch vakantie nietwaar…Na het zwemmen gaan we in onze dinghy naar een andere jachthaven waar een uitstekende Italiaan moet zitten. De gerechten krijgen we volstrekt in de verkeerde volgorde opgediend (eerst het hoofdgerecht en daarna het voorgerecht), maar het smaakt ons allemaal meer dan goed.

 

 

De volgende ochtend na een forse tropische bui gaan we écht het een en ander regelen. Guido heeft al van de Nederlandse boten gehoord dat we het beste naar Peaks kunnen gaan. Daar ziet het er inderdaad netjes en schoon uit. Bovendien is het de enige werf waar ze boten van onze grootte het water uit kunnen takelen, zonder dat de verstaging los hoeft. Guido regelt dat we een paar dagen later het water uit gaan. De vraag is nu: “wat doen we zelf en wat laten we doen?” en “blijven we op de boot wanneer we op de kant staan?”.

 

Met kinderen wordt het ons afgeraden om op de boot te blijven. Als we er even over nadenken, lijkt het ons inderdaad absoluut niet handig. We kunnen dan geen sanitair gebruiken in de boot en iedere dag moeten we met de kinderen via de ladder een paar keer naar boven en beneden. Vervolgens moeten we uitkijken dat ze nergens naar beneden vallen. Bovendien is het bloed- en bloedheet en is er helemaal niets te beleven op de werf. Het besluit is snel genomen en we boeken een kamer bij het CrewsInn Hotel. Het bevalt ons namelijk erg goed bij het zwembad. En het is ook wel weer eens lekker om goed “gepampered” te worden.

 

De haven ligt vol met Amerikanen. Toch weer heel ander volkje dan we tot nu toe gewend zijn. In het begin maken we nog wel eens de fout door een heel verhaal te starten als iemand “how are you?” tegen ons zegt, maar we leren snel. Verder neemt zo’n beetje iedereen zijn eigen drankje in een thermobeker mee naar het zwembad, terwijl er een prima cocktailbar is. Een toch wel vreemde gewoonte om overal met je eigen drankjes aan te komen.

 

Vandaag is het valentijnsdag. We besluiten onszelf te trakteren op een etentje bij The Lighthouse. De kinderen liggen om 20.00 keurig te slapen. De babyfoon doet het prima en we kijken vanaf het terras uit op onze boot. We hebben heerlijk gesmuld van het zorgvuldig opgestelde valentijnsmenu met een hart van cheesecake als dessert. Hoe romantisch…

 

 

De volgende ochtend wordt er geklopt op de boot. Een medewerker van de haven legt uit dat het niet de bedoeling is dat we was aan de zeereling hangen. Het is een luxe haven waar mensen dat niet op prijs stellen en er zijn bovendien voldoende faciliteiten om in de haven te wassen. Ook is er is een laundry service. We vinden het belachelijk en treuzelen dan ook met het weghalen. Als ons vervolgens het havenreglement onder de neus wordt gewreven, kunnen we niets anders doen dan mokkend onze was opruimen. Hoewel we behoorlijk balen om zo betutteld te worden, blijkt het een goede zet. De wasfaciliteiten van de haven blijken bijzonder goed te zijn en binnen 4 uur hebben we 6 grote wassen gedraaid en gedroogd. Al het beddengoed en alle overtrekken zijn schoon. Een recordopbrengst.

 

In de dagen die volgen - totdat we het water uit worden getakeld - doen we bijzonder weinig. Wel regelen we de partijen die het werk gaan doen als we op de kant liggen en zorgen we ervoor dat de boot van binnen volledig schoon en gepoetst is, zodat er niks kan vervuilen als we een weekje van boord zijn. Ook conserveren we de watermaker. Voor de rest van de tijd is het zwembad de beste plek om door te brengen. De kinderen vinden het helemaal geweldig en vermaken zich uitstekend.  En aan het eind van iedere middag trakteren wij onszelf op een paar pina colada’s en cariebjes.

 

 

 

Op de dag van het takelen moeten we ons om 8.00 melden bij Peaks. Dit is een van de weinige dagen dat we vóór de kinderen wakker zijn. Als we wegvaren uit de haven, komen ze pas uit hun bed gekropen. Het haulen gaat heel professioneel. Een van de mensen van Peaks duikt onder de boot om de banden goed te bevestigen. Echt extreem smerig werk, omdat dit de plek is waar de veelal giftige antifouling die van de boten wordt gespoten gewoon in het water verdwijnt. In Nederland zou dit volstrekt ondenkbaar zijn. Later zien we nog veel vaker mensen volledig onbeschermd werken met zeer giftige materialen. Heel bizar en als je er wat van zegt, halen ze hun schouders op.

 

Als het schip uit het water is gehaald, wordt deze gelijk afgespoten. De verf op onze loden kiel bladdert hierbij ook af en zal dus opnieuw moeten worden behandeld met een goede primer. Verder ziet het er allemaal prima uit. We hebben nog vrijwel geen aangroei en zijn ruim op tijd met de nieuwe antifouling. We krijgen een compliment van onze voorman over de antifouling die nu op de boot zit. Hij wil per sé weten welk merk we gebruikt hebben. Als we dit nazoeken, blijkt dit hun eigen antifouling te zijn! Hij is helemaal blij. Trinidad staat bekend om z’n goede antifouling. Goed voor de boot, iets minder goed voor het milieu.

 

 

De kinderen begrijpen er helemaal niets van dat de Malmok op de kant staat. Het ziet er ook een beetje zielig uit om de boot op de kant te zien. Als een vis op het droge. Hélène gaat met de kinderen ontbijten, want ze lopen toch maar in de weg. Guido blijft erbij totdat de boot op zijn definitieve plek staat en goed is gestut. Hij maakt gelijk kennis met alle contractors die de verschillende klussen voor hun rekening gaan nemen. Hij is onder de indruk hoe professioneel en snel alles wordt geregeld. Binnen een uur heeft Guido vier schriftelijke offertes (voor het behandelen van de kiel, voor het aanbrengen van de antifouling, voor het poetsen van de romp, voor het poetsen van de opbouw). De offertes vallen mee en we besluiten alles te laten doen. Deze keuze wordt mede ingegeven omdat het op de kant verschrikkelijk heet is. Het waait er namelijk niet. Zelfs het teakdek is te heet om met blote voeten op te lopen.

 

Als de boot op z’n plek staat, halen we onze tassen op. Het is ook bloedheet in de boot en we zijn dolblij dat we een hotel hebben geregeld. Guido regelt een dehumidifier-apparaat om te voorkomen dat de vocht en de hitte spulletjes in de boot kunnen beschadigen.

 

De hotelkamer bevalt goed. Het heeft airco en is verder van alle gemakken voorzien. We zitten op ons verzoek op de begane grond vlak voor het zwembad. Heerlijk, dan kunnen de kinderen rennen op het grasveld en makkelijk naar het zwembad. Aan het eind van de middag komt Guido terug en hebben we ons bekende borreluurtje. We halen pizza en spaghetti bij Joe’s (de Italiaan) en eten dit bij het zwembad op. We voelen ons inmiddels niet meer bezwaard om zelf spullen te eten en te drinken bij het zwembad.

 

 

Storm en Dide slapen in een tweepersoons bed. Storm is altijd binnen vijf minuten vertrokken. Dide loopt nog ruim een uur te keten. Ze is helemaal in haar sas met het enorme bed. Jammer alleen dat haar grote broer al slaapt. De volgende morgen vertrekt Guido al vrij snel naar Peaks om te kijken wat ze aan het doen zijn. We willen namelijk niet langer dan strikt noodzakelijk in het hotel verblijven en vijf dagen is het afgesproken schema met de subcontractors. Storm en Dide zitten met z’n tweeën in het bad te spetteren.

 

De rest van de middag vermaken we ons in het zwembad. We proberen Dide ’s middag te laten slapen want ze is helemaal op. Na een uur feesten stort ze eindelijk in een diepe slaap op het enorme bed. Storm zit naast Dide op bed televisie te kijken. Hélène leest haar boek buiten op het terras. Ondertussen wordt onze kamer schoon gemaakt. Helemaal vakantie. ’s Middags komt Guido weer terug van Peaks . Alles loopt op schema. Hij heeft de zinkanodes vervangen en de schroef gesmeerd; zijn werk aan de wal zit er dus op.

 

Rond een uur of vijf zien we dat de BBQ van het hotel wordt klaargemaakt voor de wekelijkse “Pot Luck”. We hebben de uitnodiging een paar keer gelezen maar snappen niet helemaal wat de bedoeling is. Guido gaat samen met Storm op onderzoek uit. Alle tafels zitten vol met Amerikanen, maar niemand geeft enige blijk van herkenning als Guido samen met Storm rond de BBQ loopt en een praatje probeert te maken. Om 18.00 uur is het vlees erop gegaan en nu zit iedereen te eten.

 

Guido besluit bij de supermark wat worstjes en hamburgers te halen met wat brood en een paar flessen wijn “to share”. Als hij terug komt is het inmiddels 19.30 en is vrijwel iedereen uitgegeten. De helft van de mensen is ook al weg. De kolen van de BBQ zijn bijna opgebrand en er is weinig eer meer te behalen. Zelfs de worstjes worden niet meer warm. Het hotelpersoneel doet er van alles aan om ons te helpen en warmen zelfs ons vlees op. Wat ze echter niet doen, is gewoon wat nieuwe kooltjes op het vuur gooien! We krijgen een eigen tafel die het personeel van het hotel behulpzaam komt brengen. En daar zitten we dan te BBQ-en gezellig met ons eigen gezinnetje. Leuk zo’n integratie BBQ! Op een grote tafel staan de gerechten die door iedereen zijn meegenomen en daar staan ook de door ons meegebrachte flessen wijn.

 

Guido gaat met de kinderen flink taart en andere lekker toetjes van de “share-tafel” halen ter compensatie van ons heerlijke maaltje dat maar niet warm wilde worden op de uitgebrande kolen. Aangezien niemand een fles wijn van de tafel durft te nemen, drinken we het zelf maar op.

 

Aan het eind van de avond komen een paar Amerikanen weifelend op ons af. Inmiddels zijn we aardig in de olie. En zoals altijd gaat het natuurlijk over onze “cute kids”. Altijd een prima onderwerp om over te praten. Ondertussen proppen onze “cuties” zich vol met taart en mashmallows. Na wat complimenten over de verschillende toetjes lopen we uiteindelijk met alle dwingend aangeboden restanten naar onze hotelkamer. Wat een zeer geslaagde avond…haha… leuk geïntegreerd met de andere yachties…. Volgende week zijn we weer van de partij!

 

Als we laat wakker worden, besluiten we om ons ontbijt/lunch bij Peaks te gaan gebruiken. Eerst even langs de boot om te kijken hoever ze zijn en om nog wat spullen op te halen. Het schiet al aardig op, De kiel staat in een kanariegele primer en de hull wordt uitgebreid gepoetst. Hélène haalt wat spullen van de boot, terwijl Guido met de kinderen alvast naar het restaurant gaat.

 

Na de lunch gaan we terug naar het hotel. Nog lekker even een paar uur bij het zwembad hangen. Het is heerlijk hoeveel tijd we nu hebben om boeken te lezen!

 

 

 

 

 

 

De volgende dag besluiten we om eens wat meer van Trinidad te zien. We zitten hier al bijna twee weken, maar komen de haven haast niet uit. We nemen een taxi naar Port of Spain, om daar in de stad rond te struinen. De stad is echt Zuid Amerikaans en heeft een paar winkelstraten waar allerlei soorten winkels en kraampjes te vinden zijn. We hebben al gelezen en gehoord dat  we niet voorbij Charlotte Street moeten lopen. Hier wordt het volgens onze bronnen te crimineel. De straten zijn kleurrijk en rommelig, vol muziek en vrolijke, donkere mensen. We zijn één van de weinige blanken en dat valt op. De kinderen krijgen weer een hoop bekijks. Veel vrouwen stoppen of wijzen naar Storm en Dide en lachen, zwaaien of spreken ze aan. De kinderen zijn hier al zo aan gewend en lopen inmiddels zwaaiend door de stad. Het is heerlijk om over de volle straten te lopen en er is een hoop te zien en te koop. Helaas vergeten we door alle indrukken foto’s te maken. Na vier uurtjes zijn we allemaal behoorlijk moe en bezweet.

 

 

We eten een broodje in een parkje en pakken daarna de taxi naar de dierentuin.

 

Dat is even schrikken! Het is echt de meest deprimerende dierentuin die we tot nu toe gezien hebben! De hokken zijn klein en met geen enkele fantasie ingericht. De dieren zijn duidelijk verveeld en lamlendig. Na het schitterende Loropark in Tenerife zijn we misschien wat verwend, maar dit is niet echt iets waar we vrolijk van worden. De kinderen hebben gelukkig niets in de gaten. We kopen een ijsje voor ze en loodsen ze binnen een half uur weer naar de uitgang. Hier krijgen ze nog een windmolentje en hún middag kan in elk geval niet meer stuk.

 

 

We lopen door het Savannah Park naar de andere kant. De naam zegt het al: een enorme grasvlakte waar een hoop mensen hun zaterdagmiddag doorbrengen met cricket, voetballen of een picknickmand. Nadat we wat gegeten hebben, bellen we de

taxichauffeur om ons op te halen.

 

 

 

 

De volgende dag gaat Hélène weer met de kinderen zwemmen. Guido is al de hele week met Storm aan het oefenen om zonder bandjes te zwemmen. Storm vindt het allemaal reuze interessant en doet erg zijn best om het onder de knie te krijgen. Hélène gaat ook even met Storm oefenen. Ze zijn al een tijdje bezig als Hélène even om zich heen kijkt om te zien waar Dide uithangt. Ze schrikt zich helemaal naar als ze alleen twee oranje bandjes op de kant ziet liggen en geen Dide. Op dat moment ziet ze dat Dide aan de andere kant van het zwembad onder water is verdwenen. Alleen haar staartje steekt nog net boven water uit. Ze gooit Storm op de kant en zwemt als een gek naar Dide die ze proestend en godzijdank hard huilend uit het water vist. Daarna zwemmen ze nog heel even met hun drieën zodat ze zeker weet dat Dide weer gewoon het water in durft. Gelukkig is dit geen enkel probleem. Maar vanaf dat moment houdt Dide voortaan braaf haar bandjes om.

 

We leggen de kinderen in bed. Voor Dide hebben we inmiddels een campingbedje geregeld en dat werkt perfect. Ze gaat direct rustig slapen, alsof deze nieuwe begrenzing rust geeft. Om 20.00 zien we dat “Leaving Las Vegas” wordt uitgezonden. Deze film is ons wel eens aangeraden, maar we hebben ‘m nog nooit gezien. Via de roomservice laten we voor onszelf een overdadige maaltijd bezorgen en we halen de nodige drankjes uit de koelkast. Gaandeweg de film smaken de drankjes steeds minder goed. Een bizar thema.

 

 

 

 

 

 

 

 

Vandaag gaat de boot weer in het water! De vijf dagen blijken inderdaad voldoende voor alle werkzaamheden. Guido gaat de hele ochtend naar Peaks om te controleren of alles goed is gedaan en om nog wat laatste aanwijzingen te geven.

 

Hélène pakt de spullen, checkt uit en gaat met de kinderen zwemmen. In het zwembad raakt ze aan de praat met Judy (Amerikaanse) die getrouwd is met Hans (Nederlander die sinds zijn 21e in Amerika woont). Samen hebben ze hun powerboat “Dutch Master” in de marina liggen. Hans probeert zijn Nederlands uit op Storm en Dide, die wat tijd nodig hebben om deze taalmix te begrijpen.

 

Om 13.30 verschijnt Guido. Alles is geregeld en afgehandeld en de boot gaat om 14.00 weer het water in. We springen snel in de dinghy en varen naar Peaks. De boot ziet er prachtig uit. Zo helemaal gepoetst en in de antifouling. Met de schipper aan boord, wordt ie weer in het water gelaten. Aangezien we nog geen haast hebben, boeken we nog een paar dagen in de CrewsInn marina.

 

 

 

 

We worden uitgenodigd voor de Managers Cocktail Party. Aangezien dit een staand partijtje is en geen zittende schranspartij, verloopt de integratie een stuk makkelijker. Wanneer het feestje ten einde is, borrelen we nog wat na aan boord bij Judy en Hans, terwijl de kinderen braaf televisie kijken.

 

 

 

De volgende dag gaat Hélène samen met Judy en Hans inkopen doen. Nadat een forse hoeveelheid cola-light (weer 400 blikjes, waar laten we het?) is afgeleverd, gaat Guido met de kinderen naar het zwembad. ’s-Avonds gaan we voor het eerst BBQ-en op de boot. Omdat we nog geen vis hebben gevangen, is het er niet eerder van gekomen en we schamen ons dan ook dit op de site te moeten melden (de BBQ hebben we namelijk van onze vrienden gekregen). Het is een succes! En de BBQ blijft vanaf dat moment hangen.

 

 

De volgende dagen zijn eigenlijk hetzelfde. We doen weinig, lezen een boekje en zitten aan het zwembad, waar de kinderen zich prima vermaken. Ook maken we een proefvaartje met de nieuwe dinghy van Hans. Als de wekelijkse pot-luck weer is, besluiten we met Hans en Judy op onze boot te eten. Ze hebben enorme amerikaanse steaks meegenomen die ze BBQ-en, wij verzorgen de salade en de wijn. Het is erg gezellig en het eten smaakt fantastisch!

 

 

Dan wordt het weer langzaam tijd om door te gaan. We kunnen ons inmiddels wel voorstellen dat zich hier een community opbouwt, want op een plek als deze, waar de zon altijd schijnt en waar je van alle gemakken wordt voorzien, is het moeilijk om weg te komen. Zo spreken we iemand die hier vier weken wilde blijven, en inmiddels al meer dan twee jaar in de marina ligt. Zover willen we het niet laten komen en via de mail maken we afspraken om de Britt weer te ontmoeten.

 

Ze hebben 8 en 9 april twee jarigen (Jan en Kees) en willen dat graag samen vieren. We spreken af in Mustique. Geen verkeerde plek om je verjaardag te vieren! We maken de site in orde en vertrekken. Dag Trinidad!!

 

Door naar deel 10

Terug naar hoofdmenu